Tips om je tuin klimaatbestendig te maken
Het weer in Nederland wordt extremer. Veel tuinen zijn versteend. De sterk versteende inrichting van onze leefomgeving zorgt voor problemen als hittestress en wateroverlast. Er zit maar een ding op: onze ruimte aanpassen aan het veranderende klimaat. Dat geldt ook voor tuinen. We geven je een aantal tips.
- Doe mee met actie Steenbreek: tegels eruit, groen erin
Hoe minder betegeling hoe beter. Maar, dat betekent niet dat er helemaal geen tuintegels meer gebruikt kunnen worden. Tuintegels zijn onderhoudsvriendelijk en gewoon erg modern en mooi.
Probeer om maximaal de helft van de tuin te betegelen. - Zorg voor grote voegen tussen tuintegels
Een manier om bestrating te combineren met waterdoorlatend oppervlak is het gebruik van grote voegen. Grote voegen betekent immers minder tegeloppervlak. Vanzelfsprekend: hoe groter de voegen hoe meer water weg kan zakken naar de bodem en hoe meer het riool ontlast wordt. - Breng waterdoorlatende bodembedekkers aan
Deze zorgen ervoor dat het water wordt afgegeven aan de grond in plaats van dat het wordt afgevoerd naar het riool. Dit vermindert de druk op het riool. Het voordeel is ook dat de grond water opneemt, waardoor het grondwaterpeil de kans krijgt om aangevuld te worden. - Voeg bodemverbeteraars toe
Wanneer de bodem gezond is houdt deze water beter vast. Een gezonde bodem bevat namelijk meer lucht. Een gezonde bodem is te creëren door middel van bodemverbeteraars. Daarnaast zorgen bodemverbeteraars voor een hele goede basis voor de planten en bloemen in de tuin. - Creëer hoogteverschil
Door hoogteverschil kan het water naar een plek geleid worden waar het de kans krijgt om weg zakken in de grond. Het water moet dus wel ergens heen geleid worden.
Nieuwe Rode Lijstsoort: achteruitgang boerenlandzoogdieren
Op de herziene Rode Lijst Zoogdieren, die op 3 november j.l. is gepubliceerd door het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, blijkt dat het slecht gaat met de zoogdieren in het agrarische gebied. Elf van de zestien meest bedreigde soorten in Nederland leven in dit gebied.
Met name gaat het slecht met konijn, haas en eekhoorn. Maar ook bunzing, hermelijn en eikelmuis hebben het moeilijk.
Op de lijst staan negentien soorten zoogdieren waarmee het niet goed gaat.
Haas
De Zoogdiervereniging noemt de achteruitgang van deze algemene soorten zeer alarmerend. Zo zijn konijn en haas sinds 1950 in aantal met maar liefst 60-70% geslonken. De laatste 10 jaren is de verspreiding van de egel en de eekhoorn met maar liefst 50% respectievelijk 34% achteruitgegaan.
Ook met wezel, hermelijn en bunzing gaat het niet goed.
Toch is er ook goed nieuws: boommarter, otter, bever, gewone en grijze zeehond hebben inmiddels gezonde populaties. Daarom staan zij niet meer op Rode lijst.
De vernieuwde Rode Lijst die is opgesteld door minister Schouten is gebaseerd op het rapport dat de Zoogdiervereniging in opdracht van het ministerie van LNV opstelde.
Meer info: klik hier voor het rapport van de Zoogdiervereniging.
Hoe zit het met de stikstofuitstoot in Nederland?
(Ontleend aan: https://www.kvk.nl/advies-en-informatie/innovatie/duurzaam-ondernemen/stikstofuitstoot-nederland-hoe-zit-het/)
1. Uitstoot
Na de corona-uitbraak lijkt het stil rondom de stikstofcrisis. De praktijk is anders; het kabinet blijft bezig met beleid. Maar is de stikstofuitstoot nog wel een grote dreiging voor de Natura 2000-gebieden als voor de corona uitbraak? En volgen er, naast de eerdere maatregelen zoals de snelheidsverlaging, nog meer maatregelen?
Ongeveer 78% van alle lucht om ons heen bestaat uit stikstof. Stikstof is van zichzelf niet schadelijk voor mens en milieu. Maar stikstofoxiden (NOx) en ammoniak (NH3) wel (bron: RIVM). Een teveel aan deze stoffen verstoort de natuur, waardoor planten en diersoorten verdwijnen. Ook is het schadelijk voor de gezondheid, zegt het RIVM.
Stikstofoxiden komen vrij bij het verbranden van fossiele brandstoffen, bijvoorbeeld via uitlaatgassen van auto’s, schepen en vliegtuigen. Maar ook energiecentrales en de industrie stoten stikstofoxiden uit. En huishoudens, bijvoorbeeld door het gebruik van aardgas.
Ammoniak komt grotendeels van de dieren- en kunstmest uit de veehouderij. Een deel verdampt als ammoniak en komt in de lucht. Door neerslag of directe opname van planten komt het in de bodem en het grondwater terecht. Daarnaast komt een klein percentage van de ammoniak uit de industrie, de bouw en het verkeer.
Stikstofuitstoot/afbeelding RIVM
Bomenkap bedreigt de roofvogels in Drenthe
Door het kappen van bomen is het aantal broedende roofvogels in Drenthe met 50 tot 100 procent afgenomen, concludeert Rob Bijlsma. De roofvogeldeskundige verwijt de bosbeheerders vernieling van natuur.
Klik hier voor het bijbehorende artikel uit de Volkskrant.
Sperwer (foto Martien Naarding)
EU tegen transitie van duurzame landbouw
UIT: Natuurmonumenten/bericht Santie de Haas/persvoorlichter
Een schril contrast: op 20 oktober maakte de Europese Commissie bekend dat de staat van de natuur in Europa een nieuw dieptepunt heeft bereikt. Maar een dag later stemde het Europees Parlement en de Europese Raad van Landbouwministers tegen de transitie naar een duurzame landbouw. Weg de Green Deal van Timmermans. Een zwarte dag voor natuur en milieu!
De landbouwministers en het Europees Parlement in Brussel kwamen overeen dat ook de komende jaren twee derde van het EU landbouwgeld naar intensieve landbouw gaat, zonder dat daar afdoende milieuvoorwaarden aan verbonden worden. Het gaat om honderden miljarden euro’s van belastingbetalers. De broodnodige vernieuwing en verduurzaming krijgen hierdoor geen kans, concluderen Natuurmonumenten, LandschappenNL, Het Wereld Natuur Fonds, SoortenNL, Milieudefensie, RAVON, FLORON, de Vlinderstichting, Vogelbescherming Nederland en Foodwatch.
Twintig procent van de subsidies komt beschikbaar via zogenoemde ecoregelingen, wat inhoudt dat er bepaalde maatschappelijke diensten voor moeten verleend. Maar ook daar ontbreken strikte milieudoelen en borgingen. Natuur- en milieuorganisaties vinden dat publieke middelen ook voor publieke doeleinden gebruikt moeten worden. De helft van de subsidies zou daarom gereserveerd moeten worden voor ecoregelingen die bijdragen aan ecologisch herstel. Op die manier worden boeren ervoor beloond als zij diensten leveren die ten goede komen aan de natuur.
Op basis van wetenschappelijke onderzoeken constateert de Europese Commissie dat de natuur een nieuw dieptepunt bereikt heeft, waarbij de industriële landbouw met de bijbehorende stikstofoverlast, verdrogingseffecten en gebruik van pesticiden tekent voor de belangrijkste drukfactoren.
Ook in Nederland trekt intensieve landbouw een zware wissel op natuur, de stikstofcrisis is hier bijvoorbeeld een gevolg van, maar ook op de biodiversiteit in het landbouwgebied zelf. Mede daarom beoogt het Nederlandse landbouwbeleid een transitie naar duurzame kringlooplandbouw. Natuurorganisaties streven naar natuurinclusieve landbouw, zeker in overgangszones rondom natuurgebieden. Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid zou moeten helpen om deze doelen te bereiken, maar de besluiten van oktober j.l. maken dat moeilijk.
Steeds meer bijenplekken in Overijssel
Uit: Natuur en Milieu Overijssel, Nieuwsbrief 28 oktober 2020.
Het gaat slecht met de bijen in Nederland. En in Overijssel is dat helaas niet anders. In de overtuiging het tij te keren, is daarom de Bijenbeweging Overijssel opgezet. De bijenbeweging zet zich in om Overijssel weer een plek te maken waar het goed toeven is voor de bij. Hoe? Door bijenplekken te creëren!
Bijen, foto Hein Kuijper
In Nederland zijn er ruim 350 verschillende soorten wilde bijen, en daarvan staat 56% op de rode lijst. Dat dit een groot probleem is staat buiten kijf, en dat we daar iets aan moeten doen natuurlijk ook. Maar waarom gaat het zo slecht met de bij? Ecoloog Michiel Poolman van Landschap Overijssel (partner in de Bijenweging) legt uit: “Nederland kende ooit een mooi natuurlijk landschap met mooie bloemrijke hooilandjes waar veel insecten en vogels in voorkwamen. Maar het landschap is veranderd: veel grond in Nederland heeft een bestemming en is zo optimaal mogelijk ingericht.” Optimaal, voor de mens dan, maar niet voor de bij! Want geen bloemrijke hooilandjes, betekent geen nectar en stuifmeel voor de bij.
Overijssel maakt al volop gebruik van de middelen van de Bijenbeweging: er zijn al 18 bijenplekken aangelegd in Overijssel.
Wat kun jezelf doen?
De bijenbeweging roept daarom iedereen op tot de aanleg van de bloemrijke stukjes, zogenaamde bijenplekken. Dat kan op je eigen balkon of in je tuin, maar ook op natuurterreinen, landgoederen en gemeentelijke gronden. Poolman legt uit: “In de evolutie hebben bijen zich gespecialiseerd op plantensoorten die in dat gebied voorkomen. Sterker nog: veel bijen(families) specialiseren zich zelfs in één specifieke plantensoort of familie. Daarom is de plantkeuze in de bijenplek ontzettend belangrijk!”. Net als het creëren van nestgelegenheid trouwens: zo voelt een metselbij zich thuis in een bijenhotel en graaft een zandbij een nest in een lekker zanderig rommelhoekje. Let wel op: koop bij- en vlindervriendelijke neonicotinoidevrije planten.
De bijenbeweging is een samenwerking van provincie Overijssel, Natuur en Milieu Overijssel, Landschap Overijssel, EIS Kenniscentrum Insecten, LTO Noord en Imkervereniging Nederland. De Bijenbeweging Overijssel is aangesteld om de leefomstandigheden van bijen te verbeteren. Ze stimuleert nieuwe initiatieven, ondersteunt bestaande bijen-initiatieven en verbindt initiatiefnemers met elkaar.
Meer weten over de Bijenbeweging? Kijk op https://www.landschapoverijssel.nl/projecten/bijenbeweging-overijssel of word lid van de Facebookgroep om op de hoogte te blijven van alle actualiteiten.
Oehoes ringen 2020
Han Bouman heeft al heel veel soorten vogels geringd, maar sinds 2019 kon hij voor het eerst ook 2 jonge Oehoes ringen met als kers op de taart zijn daar in 2020 nog 3 jonge Oehoes bijgekomen.
Oehoes zijn standvogels! Dat betekent dat de soort het hele jaar in hetzelfde leefgebied verblijft. Mocht een Oehoepaar meerdere jaren achtereen in het zelfde gebied broeden, dan betekent dit dat kwaliteit van het leefgebied goed is!
Door de Oehoes te ringen komen we steeds meer te weten over de soort: waar ze terecht komen, hoe oud ze zijn of worden, de doodsoorzaak, of ze gaan broeden en zo ja: waar. Kortom: onderzoek leert ons meer over het gedrag en de behoeftes van de soort.
De Oehoe is overigens de grootste uilensoort in Europa.
Juveniele Oehoe.
Om een beeld en inzicht te krijgen betreffende het voedsel van de Oehoe, hebben we in 2019 meerdere botjes, veren en haarballen gezocht in de omgeving van het nest, toen de Oehoes al waren uitgevlogen. De Oehoe is erg gevoelig voor verstoring en dat is het laatste wat we willen.
Onze conclusie was dat de Oehoe in het Vechtdal dol is op houtduiven, ratten en muizen. Het is bekend dat de Oehoe ook andere roofvogels, uilen, vissen, hazen, konijnen en kleinere vogels eet: kortom, het is een echte carnivoor.
Aantal geringde Oehoes: 3
Verslag Han Bouman en Ella Roelfs-Rijzebol
Fotografie: Ella Roelfs-Rijzebol
Oehoe zit op het nest te broeden.
Opnieuw een Rode Wouw in Vogelopvang Han Bouman
Op 12 juli 2020 vond iemand een sterk verzwakte en vermagerde Rode wouw in de omgeving van Vilsteren. Hij nam contact op met de jachtopziener van Landgoed Vilsteren. De jachtopziener vroeg raad aan Mark Zekhuis, ecoloog bij Landschap Overijssel. Omdat Mark wist dat Han Bouman reeds eerder een Rode wouw in zijn vogelopvang had gehad en dus ervaring had opgedaan met een Rode wouw, stelde hij voor dat ook deze Rode wouw naar de vogelopvang van Han werd gebracht. Han kon de vogel met gemak vangen: geen gezond teken. De verzwakte Rode wouw was één van drie jongen uit een nest in de buurt. Dit jong lag onder het nest! (ter info: de andere twee jongen zijn gelukkig gezond en wel uitgevlogen).
Han had ondertussen genoeg ervaring met de soort om de belangrijkste “karaktertrekken” van de vogel te herkennen. Zo weten we dat de Rode wouw lethargisch gedrag vertoond zodra er iets gebeurt waardoor hij zich bedreigd voelt. Hij wordt apathisch en gaat bij wijze van spreken “doodliggen” of hangt zijn kop naar beneden, als een soort van struisvogelpolitiek. Omdat Han dit gedrag al kende van de Rode wouw die hij in zijn opvang had in juli 2018, wist Han dat dit gedrag “normaal“ is voor de soort. Helaas was de conditie van deze Rode wouw dermate slecht, dat er toch gevreesd moest worden voor zijn leven.
Han wilde deze vogel ontzettend graag oplappen. Het is namelijk geen overbodige luxe dat ook deze Rode wouw wist te overleven. De Rode wouw is één van de weinige vogelsoorten die bijna alleen voorkomt in Europa. Door intensieve vervolging is de soort sterk afgenomen en plaatselijk verdwenen. Gelukkig hebben beschermende maatregelen hier een einde aan gemaakt. Ze komen nu ook weer voor in meerdere buurlanden, maar talrijk zijn ze nergens.
Han heeft 13 juli 2020 een paar biometrische gegevens opgenomen: leeftijd 48 dagen, gewicht 845 gram ( 200 gram te licht ), vleugellengte 405 mm. Meer gegevens wilde Han niet opnemen om het verzwakte dier niet nog meer te stressen dan noodzakelijk. Mieke, echtgenote van Han, kwam bijvoorbeeld nooit in de omgeving van de Rode wouw. Han voerde de Rode wouw muizen, mollen en eendagskuikens, legde het aas klaar en vertrok net zo snel als dat hij was gekomen. De vogel was tijdens het klaarleggen van het voer steeds verzonken in zijn apathische houding! Zodra Han uit zicht was stortte de Rode wouw zich op het voer. Alle voer was steeds opgegeten als Han terugkwam, dus was dat een goed teken. Een paar dagen nadat de vogel in de opvang kwam vielen er handpennen en staartpennen uit. Op 18 juli 2020 vroeg Han mij een aantal foto’s te maken. Ondertussen, was er toch iets vreemds aan de hand: de Rode wouw had alle staartveren en armpennen verloren, er bleef geen enkele van deze veren over. Toen ik kwam om te fotograferen zag het dier er belabberd uit.
Apathisch weggedoken, zonder staart- en zonder handpennen op een hokje.
Natuur dicht bij huis: Lok een egel
De egel is een verrekte grappig beestje. Bijzonder prettig ook; vreet heel wat slakken weg uit je tuin. Bij ons zitten nu een egelmoeder en vijf halfwas jongen in de achtertuin.
Normaal zie je die alleen maar als een stekelige bal of als platte en dode snelweg-egel. Maar als een egel zich bij je op z’n gemak voelt, toont ie zich als een totaal ander dier. Hoog op de pootjes, als een klein varkentje zich vlot voortbewegend door planten en struiken, overal snuffend en snuivend, zo nu en dan best luidruchtig. Zeker in ons geval, als de moeder contact moet houden met vijf egelkleuters, horen we telkens hoge, schrille kreetjes om het spul bij elkaar te houden.
Het zijn wel erg eigenwijze en koddige diertjes, deze jonge egeltjes. Eentje loopt nog als een eikenprocessie-egel braaf achter mama aan, maar de andere vier trekken er avontuurlijk zelf op uit en al na een dag na het verlaten van het geboorte- en werpnest vinden we ze overal in de tuin. Het is uitkijken waar je loopt, trap niet op die kleintjes.
Als ik ze ’s middags, ongeveer drie weken na de geboorte, voer met wat kattenbrokjes en meelwormen, kruipen de jonkies zo over de stekelige vacht van mama heen, zonder ergens last van te hebben.
Egels zijn heel nuttige dieren die thuishoren in onze natuur en vooral in onze tuin. Ze zien er bijzonder uit en spreken tot de verbeelding. Maar daarnaast zijn ze vooral erg nuttig. Mensen zijn vaak druk bezig om slakken de tuin uit te jagen terwijl het beter is om te proberen een egel in je tuin te krijgen want die doet het slakkenwerk voor je. Heb je liefde voor de natuur, probeer dan een egel in je tuin te lokken. Dat kan door een simpel afdakje, een omgekeerde plastic krat met luchtgaten in een rustig rommelhoekje met veel groen er omheen weg te zetten. De egel verzamelt dan zelf wel bladeren en takjes om het huisje te meubileren. En dan geregeld wat bijvoeren, liefst op enigszins regelmatige basis. Dan komt de egel vast bij je terug.
Jaap van Dort
Determineren van veren met Evert Ruiter
Donderdag 17 september jl. had onze vereniging Evert Ruiter gestrikt voor een presentatie over vogelveren. Dat onderwerp trok zo’n 30 geïnteresseerden.
Arend Spijker opende de avond en refereerde, als vervanger, hierbij nog even aan de gezondheid van Hein Kuijper. Daarna stak Evert, met een omschrijving van een "thuiswedstrijd en tegelijkertijd een primeur" van wal. Dit soort lezingen zijn zeker geen gemeengoed en daarom zat het publiek van deze avond in een bevoorrechte positie.
Na verhaald te hebben hoe hij op jonge leeftijd zelf geïnspireerd raakte na een vondst van een veer van een groene specht, bleek uit het verdere verhaal, dat die vondst leidde tot een ware passie, waarbij de interesse steeds meer de diepte inging. Ruiter nam ons mee op een ontdekkingstocht, waarin veel belangrijke functies van het verenkleed van een vogel voor het voetlicht kwamen. Vormen, soorten veren, de rui…. Niets bleef onbelicht. Wist u bijvoorbeeld, dat een vogelvrouwtje minder opvallend gekleurd is, om dat dat veiliger is en moeders zich, in geval van nood, beter kan verschuilen?
Of: na de broed treedt er bij veel vogels een verandering op in het verenkleed, lijkend op de rui. Sommige vogels kunnen dan een tijdje niet vliegen, waardoor ze extra kwetsbaar zijn. Later komt het broedkleed terug.
Of: bij veel roofvogels zie je soms, als je naar boven kijkt, een soort "inham" in de vleugel. Dat is vaak een teken, dat er geruid wordt.
Of: de veren van bijvoorbeeld eenden hebben een extra lange schacht, omdat ze veel kracht moeten gebruiken bij het opvliegen uit het water.
Door Evert meegenomen voorbeelden.
Pagina 9 van 33