![]() |
Natuur en Milieu De Vechtstreek Al meer dan 50 jaar hart voor natuur ! |
De provincie Overijssel mag geen toestemming geven voor het doden van grauwe ganzen en kolganzen als er geen sprake is van belangrijke schade. Het besluit van de provincie die dat mogelijk maakte is op 5 oktober j.l. door de Raad van State in hoger beroep vernietigd. Dit beroep was ingesteld door Vogelbescherming Nederland. Dat betekent dat de ganzen vanaf 5 oktober in grote delen van de provincie Overijssel voorlopig weer veilig kunnen foerageren. In de andere delen van de provincie blijft (verjaging met ondersteunend) afschot wel mogelijk.
Grauwe ganzen
De provincie Overijssel had ontheffing verleend aan de faunabeheereenheid Overijssel om in de hele provincie gedurende zomer en winter grauwe ganzen en kolganzen te mogen verjagen met ondersteunend afschot. Het doden van ganzen mocht volgens dit besluit echter ook als er geen direct verband was met door ganzen veroorzaakte schade. Dit betekende feitelijk dat de twee ganzensoorten in Overijssel vogelvrij waren verklaard. Dat is in de ogen van Vogelbescherming ontoelaatbaar.
Nederland is een belangrijk overwinteringsgebied voor verschillende ganzensoorten waaronder de kolgans. Het ongemotiveerd doden van ganzen is in strijd met de wet en de internationale verantwoordelijkheid die Nederland heeft als een van de belangrijkste overwinteringsplekken voor deze trekvogels.
Bron: Vogelbescherming Nederland
De Hop wordt niet dikwijls gesignaleerd in Nederland maar als je er eentje ziet kom je er niet omheen, want de Hop heeft een uniek verenkleed, waardoor de vogel met geen enkele andere vogel is te verwarren. Eén van de belangrijkste kenmerken van de Hop is de grote kuif, die alleen wordt opgezet als de Hop opgewonden is.
Deze Hop werd ontdekt in Ommen en omstreken, door Mark de Jong en Hans Sybesma: zij belden me dan ook of ik direct wilde komen, uiteraard gewapend met mijn camera. Ik haastte me naar de desbetreffende locatie, waar Hans Sybesma, Gerbrand Groen en Mark de Jong al op mij wachtten.
De Hop was uitgebreid bezig met het zoeken van voedsel.
Wie geniet er nu niet van een prachtige, biddende Torenvalk vlak boven zijn hoofd? Deze kleine roofvogel staat namelijk al vliegend stil in de lucht. Al biddend speurt de Torenvalk de grond af op zoek naar muizen of misschien nog beter gezegd: naar urinesporen van muizen! Torenvalken zien namelijk ultraviolette kleuren hetgeen betekent dat zij urinesporen kunnen waarnemen vanuit de lucht. Daarom bestaat het voedsel van een Torenvalk grotendeels uit muizen. De Torenvalk onderscheidt zich in zijn jachtmethode van andere valken: bv de Boomvalk en de Slechtvalk vangen hun prooien meestal in de lucht. De Torenvalk eet bij een tekort aan muizen ook wel andere soorten vogeltjes en kevers.
Het ging in het verleden niet altijd goed ging met de soort. Toen men in de landbouw nog ongehinderd pesticiden mocht gebruiken ging het slecht met de prachtige Torenvalk omdat de muizen min of meer werden vergiftigd. Het was geen dodelijke dosis maar door het eten van veel muizen ( een Torenvalk eet ongeveer 4 tot 6 muizen per dag ) hoopten deze toxinen zich op in het lichaam van Torenvalk zodat de toxinen werden opgeslagen in het vetweefsel van de valk. Wanneer de valken in de winter hun vetreserves moesten aanspreken werd het opgehoopte gif de vogel fataal.
Op 31 augustus jl. heeft de Raad van State uitspraak gedaan over ons beroepschrift tegen de bouw van 50 zorgwoningen in het natuurbeschermingsgebied landgoed De Stekkenkamp. De Raad van State ziet in de bouw geen zodanige ernstige aantasting van de natuurwaarden dat de bouw van deze zorgwoningen op de Stekenkamp niet acceptabel is. Al onze bezwaren zijn ongegrond verklaard. Ook voor de door ons aangedragen alternatieve locaties, waaronder de vele braakliggende gemeentegronden, waar geen natuurwaarden aanwezig zijn en die gelegen zijn in en grenzend aan de bebouwde kom Ommen bij bestaande (zorg)voorzieningen, was de Raad van State niet gevoelig.
Als “troostprijs” voor ons moet de raad van de gemeente Ommen het door ons betaalde griffierecht van € 334,00 vergoeden.
De volledige tekst van de uitspraak van de Raad van State is te lezen op: https://www.raadvanstate.nl/uitspraken/zoeken-in-uitspraken/tekst-uitspraak.html?id=88759&summary_only=&q=
Zoals al eerder meegedeeld loopt er nog een procedure van ons bij de Raad van State. Het betreft ons bezwaar tegen de verleende Natuurbeschermingswetvergunning door Gedeputeerde Staten van Overijssel die de bouw van deze zorgwoningen mogelijk maakt. Wij wachten op de hoorzitting bij de Raad van State.
De Kerkuil vliegt geruisloos met zachte, diepe doorslaande vleugelslagen. Een angstaanjagend gekrijs midden in de nacht of een plotseling opduikende schim is vaak een vluchtige ontmoeting met de Kerkuil die op zoek is naar een prooi.
Het voedsel bestaat voornamelijk uit veldmuizen en bosmuizen, aangevuld met huisspits-en bosspitsmuizen, dwergmuis, woelmuizen, waterspitsmuis, ook vangt hij wel ratten. ’s Nachts gaat de kerkuil op zoek naar de kleine knaagdieren. Soms vangt hij ook wel eens kleine vogels. Tijdens de jacht vliegt hij vooral laag over de grond.
De schitterende Kerkuil staat op de rode lijst hetgeen betekent dat deze uil aangewezen is als een soort die extra aandacht en bescherming verdient.
Op zijn zoek- en trektocht door de natuur had Gerard van Beesten een schitterende waarneming: namelijk de aanwezigheid van de Wespendief ( Pernis apivorus ). Gerard herkende de roofvogel aan zijn vlucht want de Wespendief heeft ongeveer de vlucht als een Buizerd maar hij heeft langere, smallere vleugels, een langere staart met drie donkere banden en een vooruitgestoken kop als die van een duif. Het moet gezegd worden dat het ontdekken van een Wespendief een zware klus is omdat de vogel in aanvang nauwelijks geluiden produceert. Zo luid als een Buizerd is als hij boven zijn nest vliegt, zo geruisloos is de Wespendief.
De Wespendief komt pas laat terug uit zijn overwinteringsgebied in Afrika en kient het zo uit dat het tegen de tijd dat er al overal bladeren aan de bomen zitten direct gebroed kan worden. Dit betekent een grote bescherming tegen vijanden. De Wespendief maakt vaak zijn eigen nest, maar gebruikt ook wel oude kraaien-of buizerdnesten.
Op de foto hierboven ziet u links de kop van een jong uit het nest, ontdekt door Gerard van Beesten.
Om het nest te bereiken en de boom zo min mogelijk te beschadigen wordt een ladder tegen de boom geplaatst, maar deze is uiteraard niet lang genoeg omdat de Wespendief zijn nest liever hoog in de boom maakt: vaak 15 tot 20 meter hoog. Wim Koldewee, de zeer deskundig en ervaren klimmer en vogellaar van Natuur en Milieu de Vechtstreek, klimt met groot gemak verder naar boven om de jongen in de transportzak te stoppen.
Ondanks het regenachtige weer van het afgelopen weekend wist de atalanta, net als verleden jaar, als meest getelde vlinder uit de bus te komen tijdens de Landelijke Tuinvlindertelling. De kleine vos en dagpauwoog volgde op de 2e en 3e plaats. De plekken 4 tot en met 6 waren voor respectievelijk: klein koolwitje, groot koolwitje en distelvlinder.
Atalanta
De atalanta is een zeer algemene trekvlinder die tussen april-november wordt waargenomen in ons land. Deze vlinder trekt ieder jaar vanuit Zuid Europa naar het noorden. In ons land brengen ze een nieuwe generatie voort. De waardplant van deze soort is Grote brandnetel en soms de Kleine brandnetel. De rupsen tref je dan aan in een samengesponnen netje van bladeren. In het najaar wordt de vlinder vaak op rottend fruit waargenomen.
Gerard van Beesten is vrijwilliger bij landschap Overijssel en natuur en milieu de Vechtstreek. Hij heeft regelmatig in de lemelervelder of andere bladen gestaan met een stukje over het volgens ringen. Op mijn werk (speciaal onderwijs school) kunnen we elk jaar kiezen uit verschillende thema’s en onderwerpen van het CNME (Centrum voor Natuur- en MilieuEducatie). Dit keer stond er iets bij over vogels kijken. Dit project hebben we eerder gedaan binnen de school, omdat we in het bos zitten. Hier kun je allerlei soorten vogels ontdekken. Heel leuk, maar voor veel kinderen duurt dit te lang.
Toen bedacht ik me dat Gerard vaak bij het vogels ringen is. Hem gevraagd of we een keer met de klas mee mochten. In eerste instantie hadden we het over de Uilen ringen, helaas is dit na schooltijd dus dit ging hem niet worden. Gerard kwam later met een tijdstip onder schooltijd. Perfect voor onze kinderen. We zijn op maandag 13 juni in de auto gestapt vanuit Hellendoorn naar de Archemerberg. De kinderen hebben van heel dichtbij een ooievaar kunnen zien, wat natuurlijk al fantastisch is. Ze waren erg enthousiast, stelden veel vragen aan Han Bouman en keken vol belangstelling naar het ringen.
Eind vorig jaar werd op initiatief van Vereniging Natuur en Milieu de Vechtstreek op een aantal basisscholen gestart met het project Ommermars. Als Ambassadeurs van de Ommermars konden leerlingen van de bovenbouw meedenken over de inrichting van het gebied Ommermars, dat tot nu toe een behoorlijk treurige aanblik biedt. De Vechtstreek vindt, samen met onder andere Natuur en Milieu Overijssel, dat het gebied een meer natuurlijke uitstraling moet krijgen, met voldoende mogelijkheden voor recreatie.
Tegenwoordig zie je steeds meer Ooievaars in Nederland. Ooievaars zijn trekvogels daarom is het zeker niet de bedoeling dat ze in Nederland overwinteren! Het bijvoeren van Ooievaars gedurende het winterseizoen is dan ook ten zeerste af te raden.
Tegenwoordig maken de meeste Ooievaars gebruik van paalnesten, maar in 2016 ontdekte Gerbrand Groen ook een ooievaarsnest gemaakt op de ouderwetse manier: namelijk in een boom! Ooievaars zijn ontzettend goed in het maken van nesten. Ze slepen allerlei soorten nestmateriaal aan: grote en kleine takken, gras, mos en hooi.
Opmerkelijk is dat Ooievaars niet monogaam zijn maar toch regelmatig het jaar erop weer samen verder gaan; reden is waarschijnlijk de locatie van het nest. Je zou dit ook “nesttrouw” kunnen noemen.
Als ze een paalnest hebben gevonden trekt het mannetje de aandacht van het vrouwtje door middel van baltsgedrag: hij kleppert luid, zodat je het in de wijde omgeving kunt horen. Daarbij heeft hij de snavel achterover in zijn nek en de vleugels gespreid. Als de Ooievaars elkaar mogen gaan ze al snel paren. Er bestaat ook zeker rivaliteit tussen de terugkerende mannen! Soms vechten ze zo ernstig met elkaar om een paalnest of vrouwtje te bemachtigen, dat de dood erop volgt.
Ooievaars leggen gemiddeld 3 tot 5 eieren. Deze worden 33 dagen bebroed. Ze beginnen veelal bij het tweede ei met broeden en daardoor komen de jongen dan ook met tussenperiodes van 1 of 2 dagen uit het ei. Als een jong uit het ei komt weegt hij ruim 60 gram. Het kuiken is dan gedrongen en grijs. Bij voldoende voedselaanbod ontwikkelen de kleintjes zich voorspoedig. Na ongeveer 20 dagen is het gewicht toegenomen tot 1,5 kilo. Ooievaars eten ongeveer 500 gram per dag. Daardoor worden goed gevoede ooievaars per dag zo’n 200 gram zwaarder. Na 2 maanden slaat de jonge ooievaar voor het eerst zijn vleugels uit om binnenkort het nest te verlaten. Voor de oudervogels is dan de hectische periode van het zoeken en brengen van voedsel voorbij, want bij 4 jongen moeten ze minstens 4 kilo aan voedsel per dag voor hun kroost verzamelen. Daarom is het belangrijk voor het ouderpaar, dat er in de directe omgeving van het nest veel voedsel te vinden is.
Vogelwerkgroep van Natuur en Milieu o.l.v. Han Bouman, heeft een aantal nesten waar ze bijna ieder jaar terug komen. Han ringt de vogels vervolgens samen met degene die het nest beheren.