De Archemerberg en de Lemelerberg vormen een natuurgebied met bos en heide met op de top van de Archemerberg een zendmast met een torenvalkennestkast, een verdiept houten gebouwtje, een ondergrondse tunnel met de functie van een voormalige schuilkelder, en een afrastering d.m.v. een hekwerk

verstevigd met prikkeldraad om te voorkomen dat er indringers binnen komen. Vroeger was de zendmast een zelfstandig station van het Militair Straalverbindingsnet. De huidige zendmast is bedoeld voor het C2000-netwerk van de politie, brandweer en ambulance.

Omdat de ondergrondse schuilkelder een prima locatie zou kunnen zijn als winter- en zomerverblijf voor vleermuizen, maar omdat de wanden van de schuilkeldertunnel glad zijn, heeft terreinbeheerder Hans Dijkstra van Landschap Overijssel, vrijwilliger Gerard van Beesten gevraagd of hij de schuilkelder waardevol kan maken als rustplaats voor vleermuizen. Gerard nam de uitdaging aan er iets moois van te maken! Omdat vleermuizen de gelegenheid moeten hebben om te hangen en aangezien dit niet mogelijk is aan een gladde wand, heeft Gerard een systeem van gemetselde muurstenen met gaten erin, aan het plafond bevestigd.

Hierdoor krijgen de dieren een prachtige gelegenheid om op deze locatie uit te rusten of zelfs te overwinteren.

Dat er vleermuizen zijn die deze locatie graag willen gebruiken blijkt wel. Want toen Gerard vrijdag 5 april 2019 de deur naar de tunnel opende om er aan de slag te gaan, vloog er gelijk een vleermuis weg. Deze had zich verstopt in het enige aanwezige gaatje aldaar: een open plekje waar vroeger een lampje moet hebben gehangen.



Ondergrondse schuilkelder: nu omgetoverd tot een vleermuizenrustplaats.

Er is een nieuwe houten deur geplaatst met een spleet, waardoor de vleermuizen naar binnen- en buiten kunnen. Tevens heeft Gerard alle kieren in de schuilkeldertunnel een beetje uitgediept, zodat de dieren zich ook kunnen verschuilen in de kieren! Het resultaat, na één dag werken, is werkelijk fantastisch. Er zijn twee toegangsdeuren in de schuilkeldertunnel maar er is maar één deur met een mogelijkheid voor de vleermuizen naar binnen- en buiten- te vliegen, om tocht te voorkomen. Daarbij is er een soort van sluis systeem aanwezig, zodat het vlieggat niet direct in contact staat met het plafond, waar de dieren kunnen uitrusten.

Gerard van Beesten heeft de klus geklaard! Vanaf heden zijn de vleermuizen welkom in de schuilkeldertunnel op de Archemerberg!

Verslag en fotografie: Ella Roelfs-Rijzebol

Naschrift:
Toevallig zag ik aan de wand een voor mij onbekende vlinder. Omdat ik toch altijd nieuwsgierig ben welke om welke soort het gaat, heb ik een foto genomen.

Roesje (Scoliopteryx libatrix)

Het bleek dat de nachtvlinder een Roesje (Scoliopteryx libatrix) was. Het bijzondere van deze vlinder is, dat het een vlinder is die in groepjes overwintert in schuren, bunkers, mergelgroeven, vochtige tunnels en kelders. Dus vaak samen met vleermuizen bij wie het roesje notabene op het menu staat. De soort overwintert van ongeveer half november tot mei. De dag waarop ik het Roesje fotografeerde was op 5 april. Het is een soort welke tijdens de nacht actief is. De vliegtijd is van juli tot oktober. Omdat ze 's nachts actief zijn, moeten ze dus goed opletten voor vleermuizen! Deze vlinder heeft echter een uniek verdedigingsmiddel: dankzij een trommelvlies is de vlinder in staat om vleermuizen van ongeveer 30 meter afstand te horen aankomen: dan vlucht hij weg of hij plooit z'n vleugels tegen elkaar en is daardoor niet meer waar te nemen door de vleermuis.