Begin augustus zag ik voor het eerst een wespspin of tijgerspin, Agrope bruennichi, in levende lijve. Het was nog wel bij mij in de tuin, dus dat was dubbel leuk. De wespspin is een zogenaamde wielwebspin, die zijn of haar web, de naam zegt het al, in de vorm van een wiel maakt. Het vrouwtje is duidelijk herkenbaar als wespspin met haar gele en zwarte strepen; het mannetje is minder opvallend en een stuk kleiner.


Deze spinnen komen oorspronkelijk uit het Middellandse Zee gebied, maar mede door de klimaatverandering komen ze steeds noordelijker voor. De warme zomers van 2018, 2019 en 2020 hebben daar zeker aan bijgedragen. De soort werd pas in 1980 voor het eerst waargenomen in Limburg.

Webvast
Regelmatig loop ik tijdens het dagelijkse rondje met mijn hondje langs een slootje. Zo ook half augustus. Tot mijn verbazing telde ik daar op een stukje van nog geen 100 meter wel zeven wespspinnen! Ik had geen camera bij me maar ben ’s middags teruggegaan omdat de wespspinnen nogal honk- ofwel webvast zijn. Ik zag ze niet allemaal meer, maar hierbij een kleine compilatie van de beauty’s. Van andere natuurliefhebbers hoor ik ook dat ze de soort vaak en met meerdere exemplaren dicht bij elkaar gezien hebben.

Bizarre gewoonten
Dat ze er nogal bizarre gewoonten op na houden met betrekking tot de vader van hun spruitjes vond ik op Wikipedia: ‘Het mannetje kan hooguit twee keer paren omdat hij bij het paren een van zijn twee genitaliën in het vrouwtje laat zitten. Mannetjes weten een onsuccesvolle bevruchting te vermijden door een maagdelijk vrouwtje te verkiezen. Zo'n vrouwtje scheidt een specifiek feromoon uit dat opgepikt wordt door mannetjes.

Opgegeten
Het mannetje wordt echter na de paring vrijwel altijd ingesponnen en later opgegeten door het vrouwtje zodat een tweede paring eerder uitzonderlijk is. Hij dient het vrouwtje tot voeding, wat de ontwikkeling van zijn nageslacht ten goede komt. Als het mannetje geluk heeft is het vrouwtje pas verveld, dan zijn haar kaken nog zacht en maakt hij de grootste kans om te paren zonder opgegeten te worden voor zijn sperma is afgegeven.

Eicocon
Een mannetje leeft ook aanzienlijk korter, nadat hij volwassen is slechts enkele dagen. Ongeveer een maand na de paring, rond augustus, worden de eitjes afgezet in een relatief enorme, gelige eicocon. Een cocon bevat honderden eitjes en wordt door het vrouwtje bewaakt tot ze sterft. Ongeveer een maand nadat de cocon is gesponnen komen de jonge spinnetjes uit het ei, maar verlaten de cocon pas in maart van het volgende jaar. Gedurende de winter kunnen de donker gestreepte eicocons worden aangetroffen, ze zijn moeilijk over het hoofd te zien omdat ze zo groot zijn als een golfbal en meestal tussen grashalmen of struiken worden opgehangen.

Dus geef je ogen de kost komende winter!

Dook van Gils
Aug. 2021