Janny Nijkamp stuurde mij een prachtige foto van deze urntjes, gecreƫerd door een urntjeswesp. De dochter van Janny opende haar auto, nadat de auto een poosje niet was gebruikt, en zag op de drempel van de auto deze urntjes. Ze had geen idee hoe lang deze urntjes daar al waren. Dit is heel bijzonder: zelf ben ik het nooit eerder tegengekomen. Dinie Altena, een vriendin van Janny, wist gelukkig wat het was. Ondertussen heb ik me verdiept in het leven van een urntjeswesp. Urntjeswespen metselen graag op cement of hard steen: klaarblijkelijk vond deze wesp een harde autodrempel ook een goed idee. Als het urntje zover klaar is dat er nog een kleine opening over is, gaat ze er een randje om heen boetseren. Daarna legt ze een eitje op het nog natte randje. Door deze kleine opening zal ze daarna een paar, door haar gevangen rupsjes, in het urntje duwen, om haar larve te voeden. De rupsjes blijven vers omdat de wesp ze niet doodde maar alleen verdoofde tijdens de vangst. Na een paar dagen komt er een larfje uit het eitje: dit larfje zal zich tegoed doen aan de door de wesp aangeleverde proviand. De rupsen, die als voedsel dienen, zijn altijd spannerrupsjes. Nadat de wesp het laatste rupsje in het urntje heeft gepropt zal ze de hals van het urntje afbreken en de opening dichtmaken om zo te voorkomen dat hongerige vogels het larfje verorberen. Om het urntje nog onzichtbaarder te maken voor hongerige vogeltjes, brengt de wesp ook nog een laagje algen aan op de buitenkant van het urntje. Dat is nodig omdat de larve in het urntje blijft tot de verpopping in het voorjaar!
Hoe bijzonder en hoe wonderschoon is de natuur!

Fotografie Janny Nijkamp. Verslag: Ella Roelfs-Rijzebol