Terug van de vakantie trof ik wel een heel vreemde gast aan in onze huiskamer. Het diertje zat doodstil op de plankenvloer en was goed waar te nemen: bruinoranje gekleurd, fluweelachtig behaard en ca. 5 cm groot. Wat meteen opviel waren de twee graafpoten aan de voorzijde en de grote voelsprieten aan de kop en de twee lange uitsteeksels aan het achterlijf. Het was onmiskenbaar een veenmol. Aannemelijk is dat het diertje bij het warme weer van de afgelopen weken via de openstaande deuren of ramen naar binnen is geglipt. Een wel heel bijzondere en zeldzame gast.

Veenmol ( foto D.Kuijper)

De veenmol (Gryllotalpa gryllotalpa) is geen mol, maar een insect die verwant is aan de krekels. Dat is goed te zien aan het achterlichaam: de twee paar voorvleugels reiken tot halverwege het achterlijf en de achtervleugels reiken tot net voorbij het achterlijf. De twee uitsteeksels aan het achterlijf dienen als tastorgaan. De kop en het voorstuk zijn sterk bepantserd. De Veenmol leeft voornamelijk ondergronds waar ze met hun brede platte voorpoten met scherpe nagels gangen graven op zoek naar allerlei insecten. Maar ook plantenwortels worden gegeten, hoewel de schade lijkt mee te vallen. In de opening van het hol brengt het mannetje een laag, monotoon en trillend krekelgeluid voort om de vrouwtjes te lokken. Het vrouwtje legt in een ondergronds holletje de eitjes. De larven zijn, na een onvolledige gedaanteverwisseling en enkele vervellingen, na ongeveer 1,5 jaar volwassen.
De Veenmol komt vooral voor op de veenachtige en humusrijke bodems in het zuid-westen van ons land. In de rest van Nederland is de soort zeldzaam. De soort staat op de Rode Lijst aangeduid als kwetsbaar.

Hein Kuijper