(Zondag, 2 oktober, 2011)
De Nederlandse natuur staat er slecht voor. Van alle planten- en diergroepen is in Nederland minimaal een derde bedreigd. Bij groepen als vlinders is dat zelfs tweederde. Dat zegt bioloog Arnold van Vliet van de Wageningen Universiteit.
Dat komt volgens Van Vliet door te kleine geïsoleerde natuurgebieden. 'Nederland bungelt in Europa bijna onderaan de lijst van natuurbescherming. Er is behoefte aan meer en kwalitatief goede natuur, zeker nu de weersomstandigheden hier de laatste twintig jaar extremer zijn geworden.' Van Vliet maakt zich grote zorgen, mede door de bezuiniging van 70 procent op het natuurbeleid.
Een extreem droog en zacht voorjaar, een uitzonderlijk natte zomer en nu een zomers begin van de herfst. Het weer lijkt van slag en dat heeft een forse impact op flora en fauna. 'De extremen zijn zo extreem, dat de natuur het niet meer kan bijbenen', aldus Van Vliet.
Vlinders
Vlinders zijn een goede indicator van de snelle veranderingen, die mede door de extremen plaatsvinden. Volgens de Vlinderstichting is het droge voorjaar erg slecht geweest voor bijvoorbeeld de heivlinder, terwijl onder meer de braamparelmoervlinder zich dit jaar juist vanuit het zuiden in ons land vestigt. 'In alle soortgroepen zien we op grote schaal noordwaartse verschuivingen die we 20 jaar geleden niet voor mogelijk hadden gehouden.' Die gaan echter niet snel genoeg om de temperatuurveranderingen bij te houden.
Bomen
De extremen beïnvloeden ook diverse boomsoorten. 'De combinatie van een droog en warm voorjaar met de hevige neerslag in de zomer maakt dat bij diverse soorten al relatief vroeg de bladeren verkleuren en van de bomen vallen. Bovendien kunnen bomen kwetsbaarder worden voor ziekten en plagen, maar dat is nog moeilijk te kwantificeren.'
Hooikoorts
De effecten op de natuur zien we ook terug in de samenleving, aldus Van Vliet. 'De omstandigheden waren gunstig voor hooikoortspatiënten die last hebben van graspollen. Sommigen die dachten over hun klachten heen te zijn, kunnen volgend jaar wel eens bedrogen uitkomen.' Door de extreme droogte was er 60 procent minder aan graspollen. Het natte seizoen erna temperde de verspreiding ervan.
Ook de fruitsector profiteerde. Door de extreme droogte bloeiden bijvoorbeeld verscheidene soorten vroeg en kort en waren de omstandigheden ideaal voor bestuiving. Van Vliet: 'De combinatie met het koude en vochtige weer erna betekende een goede fruitproductie.' (ANP/Redactie)