De weeromstandigheden waren tijdens het ringen van de Kerkuilen zeer wisselend. De avond waarop Han Bouman, ringer en coördinator van onze vogelwerkgroep, een afspraak had gemaakt met Kees Smelt, vrijwilliger Kerkuilenwerkgroep Vroomshoop, werden we gelijk getrakteerd op een fikse onweersbui en de bui die erop volgde zorgde ervoor dat het voorlopig niet meer droog werd. Toevallig moesten we die avond naar de RK kerk van Geerdijk om ook daar kerkuilen te ringen. Het stortregende nog steeds. Gelukkig was de koster al gearriveerd en hij gaf toestemming om deze keer in de RK kerk te ringen: hoe bijzonder is dit! We ringen al jaren kerkuilen op het kerkplein, maar in de kerk gebeurde dit nooit eerder. Zoals u wellicht wel weet zijn Kerkuilen tegenwoordig immers niet meer welkom in de kerk, terwijl ze hun naam te danken hebben aan de kerk. Vroeger broedden ze met name in de kerk: ze kwamen binnen via de galmgaten en hadden een nest in de nok van de kerk. Doordat deze galmgaten door de jaren heen dicht werden gemaakt door de mens, moesten de kerkuilen hun heil elders zoeken. Maar gelukkig heeft de kerk in Geerdijk niet alleen de toegang tot de kerk voor kerkuilen open gelaten, de kerkuil mag zelfs geringd worden binnen de kerkmuren. Een hele bijzondere ervaring! Deze Kerkuil kan met trots de naam KERKUIL dragen. Zij kreeg een prachtige ring van Han om haar poot geschoven.



Onder het toeziend oog van de koster toont Ella de in de kerk geringde kerkuil


Toen wij samen onderweg waren met Gerard van Beesten, vrijwilliger van onze vogelwerkgroep, bracht Gerard ons bij een dame die heel graag het ringnummer wilde noteren van “haar” volwassen Kerkuil, waarop zij tevreden zei: Gelukkig heb ik nu haar nummer! ( wij vroegen ons af: “wanneer zou ze haar bellen”? ) Vanaf dat moment heeft ze haar uil tevens een naam gegeven: FLEUR. Wij hopen dat Fleur ons in 2021 verrast op een nestkast jonge, fleurige kerkuiltjes. Gerard nam ons ook mee naar een houtzagerij waar hij persoonlijk voor het eerst in zijn leven een heftruck mocht bedienen om bij het nest te komen. Het ging Gerard zeer goed af: hij verplaatste eerst meerdere bakken met de heftruck alvorens we bij het nest konden komen! Aan mij de eer in het bakje te kruipen om de juveniele uilen uit de kast te halen! Helaas waren deze kerkuilen al gevlogen! Gerard plaatste vervolgens alle door hem verplaatste bakken keurig terug met de heftruck! Hij kan zich vanaf nu terecht “heftruckchauffeur met ervaring” noemen.


Gerard in functie als heftruckchauffeur


We reden daarna nog naar een hele grote nestkast. De kast zit op een plaats die alleen te bereiken is via een lange “wiebel“ ladder. Moeder kerkuil was aanwezig: uiteraard waren wij allemaal zeer geïnteresseerd in de moeder, maar moeder schoof snel naar de andere zijde van de kast zodat Gerard deze uil niet kon bereiken. Machteld was de reddende engel. Zij klom heldhaftig op een tweede “wiebel”ladder aan de andere zijde van de kast naar boven zodat de uil gepakt kon worden door Gerard of Machteld: afhankelijk van de plek die de uil het veiligst leek. Geen van de twee vluchtpogingen lukten en weldra was de schitterende uil beneden, in de handen van Han beland. Han was verrast omdat het hier een geringde Kerkuil betrof! Mieke ( echtgenote van Han ) noteerde het ringnummer onmiddellijk om later, zodra ze thuis waren, deze in te voeren in de ringdatabase Griel van het Vogeltrekstation. Op deze manier kon Han snel de leeftijd van de Kerkuil achterhalen en door wie de Kerkuil geringd was en hoe ver hij zich van de ringplaats had begeven op het moment van de terugmelding. Als deze kerkuil niet was geringd had Han dat alsnog ter plekke gedaan. Het ringen van Kerkuilen is zeker nuttig. Zonder ringen weten we gewoon te weinig over wat Kerkuilen doen, waar ze blijven, hoe oud ze worden, etc. Met die informatie kunnen we de kerkuil uiteindelijk beter beschermen. De ringer kan verder tevens bepalen of het een mannelijke of vrouwelijke kerkuil is en hoe de conditie is door deze bijvoorbeeld te wegen.


Gerard links en Machteld rechts klimmen via een steile wiebelladder naar de boven. Het is een wiebelige, onstabiele ervaring ………

Gerbrand Groen, Gerard van Beesten, Hans en Kees Sybesma, Willem Havinga en Feike Hoogland, allen vrijwilligers bij onze vogelwerkgroep, hadden ook meerdere juveniele kerkuilen in de door hun te beheren nesten. Maar uiteindelijk waren er steeds niet meer als twee uilskuikens in de diverse nestkasten aanwezig, dat was heel opvallend in 2020, terwijl er in 2019 juist veel grote nesten waren met 5 tot 8 uilskuikens. Ook bleven veel nestkasten, waar eerder wel altijd kerkuilen broedden, leeg. Merkwaardig was ook een nest waar Han Bouman een dode moeder aantrof, met bovenop haar een dood jong. Er was nog 1 levend exemplaar in dit nest: deze heeft Han uiteraard meegenomen naar het opvangcentrum bij hem thuis om het op te lappen, te voeren en weer vrij te laten. Het streven van Han is gewonde of ouderloze vogels zo snel mogelijk weer terug te geven aan de natuur.

Gegevens vanaf 01-01-2020:
Aantal geringde uilskuikens: 90
Aantal geringde volwassen kerkuilen: 4
Aantal terugmeldingen : 21


Verslag Han Bouman en Ella Roelfs-Rijzebol
Fotografie: Machteld Oudshoorn en Ella Roelfs-Rijzebol