De kerkuil is een sierlijke vogel met een slank lichaam en een grote kop met een kenmerkend hartvormig gezicht, met relatief kleine donkere ogen die duidelijk afsteken ten opzichte van de witte veren van de gezichtssluier, die hem helpt het geluid naar zijn ongelooflijk gevoelige oren te leiden. De vogels jagen meestal ’s avonds of ’s nachts. Als er weinig voedselaanbod is, bijvoorbeeld als er te weinig muizen in de omgeving zijn, wordt het jongste en-of kleinste uilskuiken vaak opgeofferd aan de oudere jonge uilskuikens. 


 
Han kan de kerkuiltjes bij deze familie ringen op een aanhangwagen. Deze familie heeft behalve kerkuilen ook ransuilen in de buurt. Ze laten het geluid van de ransuil horen welke ze midden in de nacht hebben opgenomen. Dit gebied blijkt dus een ideale biotoop voor uilen! 


 
Terwijl de kleinzoon van Willem Havinga, Levi Maasse ( zo opa - zo kleinzoon ) de kerkuilen bestudeert, noteert Mieke Bouman de biometrische gegevens van de kerkuilen. 


 
Deze twee, een paar weken oudere uilskuikens, hebben reeds een duidelijk kerkuil verenkleed.


 
Josh Rozema, Han Bouman en “eigenaar” kerkuilennestkast Jan Hasselo, met vier zojuist geringde uilskuikens.
In totaal zijn er door de werkgroep In het  werkgebied 35 nestkasten met geslaagde broedsels gevonden. In deze kasten hebben we 125 jonge kerkuilen kunnen ringen. Wat tot een gemiddeld broedsucces van 3.6  jongen per broedsel komt.


Verslag Han Bouman en Ella Roelfs-Rijzebol  

Fotografie: Ella Roelfs-Rijzebol