Tegenwoordig zie je steeds meer Ooievaars in Nederland. Ooievaars zijn trekvogels daarom is het zeker niet de bedoeling dat ze in Nederland overwinteren! Het bijvoeren van Ooievaars gedurende het winterseizoen is dan ook ten zeerste af te raden.

Tegenwoordig maken de meeste Ooievaars gebruik van paalnesten, maar in 2016 ontdekte Gerbrand Groen ook een ooievaarsnest gemaakt op de ouderwetse manier: namelijk  in een boom! Ooievaars zijn ontzettend goed in het maken van nesten. Ze slepen allerlei soorten nestmateriaal aan: grote en kleine takken, gras, mos en hooi.

Opmerkelijk is dat Ooievaars niet monogaam zijn maar toch regelmatig het jaar erop weer samen verder gaan; reden is waarschijnlijk de locatie van het nest. Je zou dit ook “nesttrouw” kunnen noemen.

Als ze een paalnest hebben gevonden trekt het mannetje de aandacht van het vrouwtje door middel van baltsgedrag: hij kleppert luid, zodat je het in de wijde omgeving kunt horen. Daarbij heeft hij de snavel achterover in zijn nek en de vleugels gespreid. Als de Ooievaars elkaar mogen gaan ze al snel paren. Er bestaat ook zeker rivaliteit tussen de terugkerende mannen! Soms vechten ze zo ernstig met elkaar om een paalnest of vrouwtje te bemachtigen, dat de dood erop volgt.

Ooievaars leggen gemiddeld 3 tot 5 eieren. Deze worden 33 dagen bebroed. Ze beginnen veelal bij het tweede ei met broeden en daardoor komen de jongen dan ook met tussenperiodes van 1 of 2 dagen uit het ei. Als een jong uit het ei komt weegt hij ruim 60 gram. Het kuiken is dan gedrongen en grijs. Bij voldoende voedselaanbod ontwikkelen de kleintjes zich voorspoedig. Na ongeveer 20 dagen is het gewicht toegenomen tot 1,5 kilo. Ooievaars eten ongeveer 500 gram per dag. Daardoor worden goed gevoede ooievaars per dag  zo’n 200 gram zwaarder. Na 2 maanden slaat de jonge ooievaar voor het eerst zijn vleugels uit om binnenkort het nest te verlaten. Voor de oudervogels is dan de hectische periode van het zoeken en brengen van voedsel voorbij, want bij  4 jongen moeten ze minstens 4 kilo aan voedsel per dag voor hun kroost verzamelen. Daarom is het belangrijk voor het ouderpaar, dat er in de directe omgeving van het nest veel voedsel te vinden is.

Vogelwerkgroep van Natuur en Milieu o.l.v. Han Bouman,  heeft een aantal nesten waar ze bijna  ieder jaar terug komen. Han ringt de vogels vervolgens samen met degene die het nest beheren.  

Ooievaarsnesten zitten altijd hoog . Gezien het model van het nest is de paal beklimmen geen optie. Daarom werkt men met behulp van een hoogwerker.  

Gewoonte getrouw gaan Gerbrand Groen en Hans Sybesma samen in het bakje van de hoogwerker naar boven om de jonge Ooievaars uit hun nest te halen voor transport naar beneden en  ze vervolgens, na het ringen, weer terug te leggen. De hoogwerker die we hierbij gebruiken wordt gratis door de firma Stegerman Hoogwerksystemen uit Nieuwleusen, voor dit werk, aan ons ter beschikking gesteld.

Beneden aangekomen worden ze zorgvuldig  één voor één uit de tas gehaald en naast elkaar gelegd. Jonge ooievaars houden zich heel stil tijdens het ringen; zij blijven liggen waar ze zijn neergelegd.    

 

Han begint, zodra ze beneden zijn, te ringen.  

 

Mieke Bouman ( echtgenote Han ) noteert ringnummer en alle biometrische gegevens.  

 

Daarna komt de Ooievaar opnieuw in een grote tas om het gewicht van de vogel te bepalen.  

 

Bepalen van het gewicht.

 

Als de vogels klaar ga ik ook even naar boven om het nest van bovenaf te fotograferen. Op de achtergrond ziet u het huis van de eigenaren van deze paal .  

 

Even later liggen ze weer heerlijk naast elkaar alsof er niets gebeurde.

 

Weet u wat het belangrijkste voedsel is voor de Ooievaar?

Veel mensen veronderstellen dat de Ooievaars vooral kikkers eten: dit verhaal berust op sprookjes welke we als kind hebben gelezen. Ooievaars eten voornamelijk regenwormen, slakken, larven, meikevers en andere trage insecten. Als ze langs de slootkant lopen zoeken ze ook niet naar vis: Ooievaars zijn luie vogels. Ze foerageren traag. Ze rapen, al lopende op een weiland, hun prooien op. Daar kunnen ook muisjes en mollen bij zitten maar het zijn vooral wormen die op het menu staan van de Ooievaar.  

 

Hier ziet u het resultaat van het legen van de krop tijdens het ringen: Emelten en regenwormen.  

Vol belangstelling kijken de “omwonenden” toe!

In 2016 zijn in ons werkgebied 38 jonge ooievaars geringd.

Verslag Han Bouman en Ella Roelfs Rijzebol     Fotografie: Ella Roelfs Rijzebol