Dauwtrappen 2024
Vogels kijken doe je met je oren, is het motto van onze excursieleider Henk Ruiter.
Dat was deze Hemelvaartsdag zeker nodig, want het was behoorlijk mistig toen wij ons meldden om 6 uur s'morgens op de parkeerplaats van de Steile Oever. Echt dauwtrappen, dus! Wel heel sfeervol toen de zon op kwam en met al die bedauwde spinnenwebben in de heide.
Met 22 personen (waaronder 3 jongelui, leuk!) hadden we een flinke groep bij elkaar.
We hoorden/zagen zeker 18 verschillende soorten vogels en tussendoor werden er ook nog planten en struiken besproken, zoals egelantier, amerikaanse bosbes, krent, amerikaanse vogelkers, veenpluis, wollegras en dalkruid.
De wandeling ging over de Besthmenerberg, door het bostheater (waar we een akoestisch concert kregen van een merel, een roodborst en een pimpelmees) en langs de meertjes.
Na 2 uur waren we weer bij de parkeerplaats. Het was een supergoed begin van de dag!
Waargenomen vogels:
Zanglijster
Roodborst
Merel
Pimpelmees
Winterkoning
Fitis
Gekraagde Roodstaart
Vink
Zwartkop
Gans
Blauwe Reiger
Grote Lijster
Kuifeend
Bonte Vliegenvanger
Grote Bonte Specht
Boomklever
Koekoek
Houtduif
Verslag: Lenie Middelkoop
Zwaluwentil bij de Ommermars
Het prachtige natuurgebied ten westen van Ommen, de Ommermars, is donderdag 25 april 2024 verrijkt met een huiszwaluwentil, geschonken door de Vereniging Natuur en Milieu de Vechtstreek. De zwaluwentil is een aanwinst voor het gebied omdat zwaluwen het steeds moeilijker hebben met het vinden van een geschikte plek voor het maken van een nest. Zwaluwen bouwen een nest van aarde en klei. Deze grondsoorten vermengen de zwaluwen met speeksel. Ze vliegen heen en weer met een snavel vol klei en maken dan een halve bol tegen, bijvoorbeeld, een muur. Belangrijk bij het plaatsen van een zwaluwentil is de locatie. Modder voor nestmateriaal moet dichtbij zijn, bij voorkeur binnen 200 meter, omdat de klei welke de kleine zwaluw verplaatst zwaar is. De modder moet daarbij het liefst leemhoudend en nat zijn. De Ommermars is dus een fantastische locatie want leemhoudende klei uit de rivier De Vecht, ligt vlakbij! (De geplaatste zwaluwentil heeft weliswaar voorgevormde nesten maar de zwaluwen zullen deze vaak iets aanpassen en/of nesten erbij bouwen.)
Bij het plaatsen van de zwaluwentil waren Gerbrand Groen en Willem Havinga aanwezig. Beide heren zijn vrijwilliger bij Vogelwerkgroep Natuur en Milieu de Vechtstreek. Het vervoer en het plaatsen werd uitgevoerd door Dunnewind Groep uit Ommen, waarbij de machinist van de kraan zeer nauwkeurig en secuur te werk ging zodat de paal exact op de juiste plek terecht kwam. Gerbrand Groen kreeg de eer, als een soort “van opening van de paal”, de laatste schroeven aan te brengen.
In maart waren reeds scholeksterplateaus geplaatst door een aantal vrijwilligers van de vogelwerkgroep Vereniging Natuur en Milieu de Vechtstreek op de Ommermars. Scholeksters staan heel erg onder druk. Ze zoeken het vaker hogerop door op platte daken i.p.v. tuunwallen te nestelen maar plateaus blijken veiliger. Met behulp van deze scholeksterplateaus hopen de vrijwilligers van Vogelwerkgroep Natuur en Milieu het broedsucces van de scholekster te verhogen. Cees en Hans Sybesma en Gerbrand Groen en kleinzoon Tom van 10 jaar hebben er veel aandacht aan besteed.
Tom mocht de schelpen verdelen over de plateaus. Nu maar hopen dat het broeden van de scholeksters en de zwaluwen op deze locatie een succes wordt.
Verslag en fotografie Ella Roelfs-Rijzebol / Foto Tom door Gerbrand Groen
Vogelinventarisatie Ommermars 2022-2023
Terwijl in 2022 de machines druk bezig waren met de herinrichting van de Ommermars kwam bij Henk Hupkes het idee op om in dit gebied de broedvogelpopulatie te gaan volgen. Het was voor hem een mooie kans om heel dicht bij huis een gebied te inventariseren.
Henk heeft de inventarisatie uitgevoerd als Broedvogel Monitoring Project (BMP). Bij een BMP wordt een telgebied meerdere keren in een seizoen bezocht en wordt elke waarneming van een potentiële broedvogel van een speciale broedcode voorzien. Zoals: “Zingend, baltsend, alarmerend, transport, nestmateriaal, nestbouw, afleidingsgedrag, nest, eieren of jongen, transport voedsel of ontlasting etc”.
Na afloop van het veldwerk wordt het aantal territoria bepaald via een combinatie (clustering) van alle verzamelde waarnemingen.
Excursie Engbertsdijksvenen 20 april 2024
Om 9 uur waren we al bij de parkeerplaats aan de Pollen aan de zuidkant van de Engbertsdijksvenen.
Boswachter Kees Jan Westra nam ons mee de binnenlanden in. (helaas was Henk Jan van der Veen verhinderd). Eerst liepen we door een dicht bebost gebied met veel berkenbomen. Het groen is overweldigend mooi: intens in verschillende tinten. Dat geldt niet alleen voor het bladgroen, maar zeker ook voor het mos. Na een tijdje kwamen we aan de rand van de Engbertsdijkvenen, waar de afscheiding met de landbouwgrond duidelijk te zien is.
We liepen weer een eindje terug en zagen een authentiek stukje hoogveen Dat vond ik erg bijzonder en ik realiseerde me dat hier een ontwikkeling van vele eeuwen heeft plaatsgevonden.
In het open gebied zie je duidelijk de begroeiing en het vele water waarom het veen bekend staat.
Het was slalommen door het terrein en gelukkig had Ella Roelfs van te voren de tip gegeven om laarzen aan te doen. Want nat was het en koud; gelukkig liet de zon zich toch nog even zien.
We zagen een bruine kiekendief, een kneu en een rietgors. Ook schoot er nog een haas voor onze voeten weg. Om adders te zien was het jammer genoeg te koud. Een kleine slang kruiste het pad van sommigen van ons.
Gagel (foto: Martien Naarding)
Van de beplanting is mij de wilde gagel bijgebleven. Ik kende uit mijn jeugd het Gagelmansvennegie bij Nijverdal, maar ik wist nooit dat het naar deze plant genoemd is. Leuk om te weten.
Zo hebben we met een groep van ongeveer 20 personen rondgezworven in de Engbertsdijvenen. Genoten van de ruimte met op de achtergrond steeds de begrenzing van bomen. Genoten van de randen met wollegras en waters met slangenwortel. Een fijne excursie deze morgen!
Marjan van der Bent
Zwerftocht door het Vechtdal op 13 april 2024
Om 7 uur in de ochtend stonden we met z’n zessen klaar bij de kinderboerderij om onder de bezielende leiding van Arend Spijker een lange zwerftocht door het Vechtdal te maken. De route ging oostwaarts richting Junne. Eerst langs de noordzijde van de Vecht, achter de volkstuintjes langs en toen dwars door het veld. We hebben daar goed het verschil kunnen zien tussen kruidenrijk grasland
en gecultiveerd akkerland. Het was geweldig om op een zeker moment de veldleeuwerik hoger en hoger te zien klimmen, onderwijl prachtig zingend. Onderweg vertelde Arend ons van alles over de flora en de fauna. Ook kregen we enkele survivaltips zoals het maken van een lont voor je olielamp uit een pitrusspriet en het advies om je dorst te lessen met een kalmoesstengel. We liepen lekker door en kwamen bij het bankje van Johan, bij de vogelkijkhut in het Junner Koeland. Hier werden we verrast door Dook en Rob met koffie en heerlijke zelfgebakken koek. Bedankt!
We vervolgden onze weg door het eeuwenoude Koeland. Hier vind je allerlei bultjes in het landschap, dit zijn mierenhopen van de gele weidemier, een mier die geen pigment heeft en altijd onder de grond leeft. Op de bultjes groeit onder anderen tijm, en later in het jaar ook de beroemde vechtanjer. Bijna bij de stuw van Junne aangekomen liepen we door een interessant gebiedje met grafheuvels uit de ijzertijd.
Nooit geweten dat die grafheuvels daar lagen! Tot onze verrassing vloog er ook opeens een koekoek uit de struiken, we hadden hem eerder al gehoord, maar nu dus ook gezien.
We liepen over de stuw en hebben op het bankje bovenop de Waterschapsheuvel onze lunch opgegeten. Het is daar ook een soort knooppunt voor mensen die het Pieterpad lopen, en dat waren er op deze mooie dag best veel. We liepen echter verder door het land langs de Vecht en niet, zoals onze gids zei, langs de Pieterpadsnelweg… Ook aan deze kant van de Vecht zagen we veel bloemen en verschillende vogels. Bij de Heetdelle, zeg maar de Sahara van Junne, is een drassig stuk van een oude Vechtarm, hier bloeide de waterviolier. Ook groeien hier, op zo’n overgangsgebied tussen verschillende landschapstypen, bijzondere planten zoals Gagel.
Via het bos het spoor over en langs de Bergweg en Besthmen zijn we teruggelopen naar de kinderboerderij. Het was een geweldige dag, door het prachtige weer, het aangename gezelschap en bovenal de aanwezigheid en begeleiding van Arend!
Graag tot de volgende keer!
Huibertien Oosterlee
Verslag “Korte zwerftocht langs de Regge” met Arend Spijker - 6 april 2024
Het maximale aantal mensen (15) had zich opgegeven voor deze tocht. We verzamelden om 07:00 op de parkeerplaats bij de Steile Oever. De temperatuur was heel aangenaam en later op de morgen zelfs een beetje warm. Later bleek het de warmste 6 april ooit gemeten.
We begonnen bij de Steile Oever, een markant en zeer bekend punt. Je hebt hier mooi zicht op de oude arm van Regge, de huidige rivier en het dal. Voor de vogelaars was het genieten, we hoorden o.a. de tjiftjaf, zwartkop, winterkoning en de zanglijster.
We liepen iets door naar een afgebroken zogenaamde 12 Apostelen beuk, een meer-stammige beuk geplant door de toenmalige landgoedeigenaar.
Vervolgens langs de Regge, een stuk waar de rivier nu meandert. We zagen in de verte reeën tegen de bosrand aan en aan de overkant verschillende soorten ganzen. Iets verderop heb je een heel mooi zicht op Huis Archem.
Daarna weer bosgebied met onder andere veel sporen van dassen, o.a. veel voerputjes, maar ook een aantal verse mestputjes. Dassen graven gaatjes in de grond die ze als een soort latrine gebruiken, maar waarmee ze ook hun territorium afbakenen. Op Eerde zijn volgens Arend nu weer een paar mooie dassenburchten, nadat de dassen eind zeventiger, begin tachtiger jaren bijna uit Overijssel en dus ook uit het Vechtdal waren verdwenen. Eind tachtiger jaren zijn er weer opnieuw dassen uitgezet. Wat mij bij zal blijven is dat een paar van de hier uitgezette dassen, dood of aangereden, teruggevonden zijn in o.a. Zwolle en Schiermonnikoog (dassen kunnen goed zwemmen).
We zagen ook hulst waar duidelijk van gegeten was. Waarschijnlijk hebben de reeën (grote snoepers) de malse blaadjes opgegeten.
Vanaf de rivier naar de Eerder Esch. Die lag vroeger ook al hoog en was geschikt voor de landbouw. In de loop van de eeuwen is hij alleen maar hoger komen te liggen doordat de boeren hun (schapen)mest, vermeng met heideplaggen, over het land uit reden.
Langs de boerderij van Kraaijeveld over de Hammerweg richting de Meertjes. Voor Ommenaren een begrip. Als er ijs ligt is dit een van de mooiste plekken om te schaatsen.
Door verkeerd ingrijpen van de mens, het weghalen van de bodem die het water tegenhield, staat een van de Meertjes nu droog.
Op naar de Besthemerberg, 34 meter hoog en gevormd in de voorlaatste ijstijd: het Saalien (230.00 -130.000 v. Chr.). De kiezelstenen rondom de brandtoren zijn uit die periode. Je hebt hier een prachtig uitzicht. Hoewel ook horizonvervuiling door windturbines in Noordwest Overijssel.
Vanaf hier was het nog een klein stukje naar de parkeerplaats waar we ‘s morgens waren begonnen. Het was een zeer leerzame tocht onder deskundige en bezielende leiding van Arend. Hij heeft onderweg heel veel verteld. Onderweg bedacht ik me, dat ik zijn verhalen zou hebben moeten opnemen om er dan met behulp van AI een samenvatting van te maken.
Voor mij was het en “een trip down memory lane” en een van mooiste wandelingen in Ommen.
Verslag: Jan Schuttert
Hoogveenherstel in Engbertsdijksvenen
Voor het Staatsbosbeheer zijn het boswachters. Maar Henk-Jan van der Veen (what’s in a name: prachtige naam in dit verband) en Kees Jan Westra zijn eerder hoogveenwachters, want daar hadden ze het over op deze zeer goed bezochte lezing. 60 Bezoekers waren er!
Henk-Jan en Kees Jan (foto: Ella Roefs-Rijzebol)
Afbeeldingen van bos hebben we deze avond helemaal niet gezien, maar wel beelden van hoogveenflora waarbij de ecoloog Henk-Jan vertelt over de toekomstige mogelijkheden die dit grootste hoogveenlandschap in onze provincie biedt. Tal van foto’s verduidelijken zijn betoog.
Levend hoogveen is zeldzaam in Nederland en dus ook de flora en fauna die daarbij horen. Het Engbertsdijksveen, een Natura 2000-gebied, is één van de vier grote gebieden in ons land waar nog levend hoogveen voorkomt. Hoogveen is bijna helemaal uit ons land verdwenen, nog slechts 8 ha is nog levend hoogveen. Dat levend hoogveen heeft water nodig en daarom zijn vasthouden van regenwater en verhogen van de waterstand belangrijke voorwaarden voor een duurzaam behoud. Hiervoor neemt SBB de volgende maatregelen:
- dempen van sloten en greppels, zodat het water in het gebied blijft;
- aanleggen en herstellen van kades en dammen om dezelfde reden;
- verwijderen van zaailingen en jonge bomen, die de verdamping bevorderen;
- plaggen en maaien van kleine delen van de droge heide, waardoor (te) voedselrijke begroeiing verwijderd wordt, unieke flora meer kans krijgt en een grotere variatie ontstaat van soorten die hier thuishoren.
Veenlandschap (foto: Staatsbosbeheer)
Kees Jan vertelt vervolgens over biodiversiteit, regenwaterbuffer en opslag van CO2 in het gebied. Hij meldt de toegenomen verdroging van het gebied in de laatste decennia, al zouden de neerslaggetallen van de laatste jaren anders doen vermoeden. Op de lange termijn is verdroging onvermijdelijk, zo verzekert hij. Het voert in dit verslag te ver om alles te vermelden wat er aan interessants over dit hoogveengebied te vertellen valt. Veel nadere informatie is er te vinden op de website van het SBB: https://www.staatsbosbeheer.nl/wat-we-doen/werk-in-uitvoering/twente-hoogveenherstel-engbertsdijksvenen
Het gebied lijdt onder verdroging en een overvloed aan stikstof. Daarom zijn er maatregelen nodig om het bijzondere hoogveen te behouden en te versterken. Meer kunnen de veenwachters u vertellen en laten zien op 20 april, als er een excursie is in het veengebied, maar zoals het zich op deze druk bezochte avond laat aanzien, zal die snel volgeboekt zijn.
Lammetjesdag 2024
Ook dit jaar deed Vogelwerkgroep Natuur en Milieu de Vechtstreek weer mee aan dit evenement. Lammetjesdag is vooral bedoeld voor kinderen. Zij kunnen de lammetjes van dichtbij zien, aaien en eventueel knuffelen onder het toeziend oog van de aanwezige herders. Kinderen (en hun ouders) kunnen bij de kraam van de Vogelwerkgroep naar hartenlust uilenballen pluizen. Dat betekent dat ze de braakballen voorzichtig moeten openen met hun vingers of met een pincet zodat ze de botjes die erin zitten eruit kunnen halen. Alle botjes zijn verschillend en de meeste kinderen zijn dan ook heel geconcentreerd bezig. De braakballen zijn bijna reukloos. Poep zit aan elkaar geklit, terwijl braakballen vrij gemakkelijk los te peuteren zijn.
Uiteraard mochten de kinderen ook weer een vogelquiz invullen. De gelukkige kan een vogelhuisje winnen. Er waren zoveel kinderen die probeerden de quiz goed in te vullen zodat de A4tjes al ruim voor sluitingstijd op waren. Gelukkig hadden we nog lege A4tjes waar ze een beetje meer moeite moesten doen omdat ze de ontbrekende cijfers ook nog moesten invullen!
De kinderen die zelf een schaapje wilden maken in de overdekte schuur hadden minder geluk. Ook hier waren de materialen ruim voor sluitingstijd op! Gelukkig waren deze kinderen (zie onderstaande foto) op tijd en konden zij onder het toeziend oog van Gerard van Beesten een schaapje in elkaar timmeren!
Effecten van hoogwater in de Ommermars
(AANGEVULD OP 26 MAART 2024)
Als gevolg van het hoogwater van de afgelopen periode stond ook de Ommermars lange tijd onder water. In de technisch beheerde Vecht is alles gericht om dan het water zo snel mogelijk af te voeren. Alleen als te veel aanzanding in de rivier plaatsvindt en de waterveiligheid in het geding is wordt gebaggerd. Die veiligheid speelt niet in het pas aangelegde natuurontwikkelingsgebied Ommermars.
In dit gebied kregen de afgelopen hoogwaterperiode de natuurlijke rivierprocessen als sedimentatie, aanzanding en erosie volop de ruimte. Sedimentatie is het rivierproces waarbij zand èn slib wordt afgezet. Bij hoogwater zie je de slibafzetting vooral in de "luwte" van de overstromingsvlakte daar waar de rivier niet stroomt en het fijne sediment “slib” kans krijgt te bezinken. Van aanzanding is sprake als het sediment uit puur zand bestaat.
Sedimentatie, aanzanding en erosie in de aangelegde Vechtmeander in Ommermars, 7 maart 2024.
(foto: Hein Kuijper)
Nu het water is gezakt zijn de sporen van de kracht van de rivier goed te zien in het gebied. En het resultaat is zeer verrassend. Zo heeft de rivier over grote delen in de aangelegde Vechtmeander een dik pakket zand afgezet. Als gevolg daarvan is het inlaatpunt bij de Vecht afgesloten. Wel is er nog een open verbinding met de rivier bij het uitlaatpunt in de Vecht bij het Ommerkanaal.
De mate waarin de nevengeul aanzandt hangt af van de sedimentverdeling tussen hoofdgeul (Vecht) en de nevengeul in relatie tot de afvoerverdeling. Bij de afvoer van het hoogwater heeft de nevengeul ten opzichte van de Vecht het meeste sediment ontvangen en is daardoor het meeste aangezand. De aanzanding is begonnen aan de bovenstroomse zijde van de nevengeul en breidde zich in benedenstroomse richting uit. Het sediment is puur zand. In het terrein is dat goed te zien.
De vele aanzanding in de nevengeul zou een gevolg kunnen zijn dat de bodem van de nevengeul dieper ligt dan de bodem van de Vecht. Tijdens het hoogwater kiest de rivier dan de makkelijkste weg om het overtollige water af te voeren. Dat de nevengeul tijdens het hoogwater een belangrijke rol heeft gespeeld bij de waterafvoer is duidelijk te zien op een foto van Maria Kolossa. Hierop zie je dat er veel stroming en dus veel sedimenttransport plaatsvindt in deze nevengeul.
Van stort naar biobos
Ommen - Zaterdagochtend werden op een nu nog onooglijk stukje grond, de voormalige vuilstort in het Ommerbos, de eerste 175 van de in totaal 775 bomen boompjes geplant. Een initiatief van onze vereniging. Veel leden van onze vereniging en andere vrijwilligers staken de handen uit de mouwen om van niets iets te maken: een prachtig biodiversiteitsbos met autochtone boomsoorten als de fladderiep en de wilde appel.
Het was mooi om te zien dat er onder de vrijwilligers veel kinderen waren die net zo gedreven en enthousiast meehielpen om in de nogal stenige grond de boompjes een goede plek te geven. Het gezegde ‘boompje groot, plantertje dood’, gaat voor deze plantertjes waarschijnlijk niet op. Arend Spijker benadrukte dat dit initiatief juist voor kinderen belangrijk is. Wethouder Bart Jaspers Fayer had de eer samen met een van de kinderen, het eerste boompje te planten en dat ging letterlijk niet zonder slag of stoot.
Maar na anderhalf uur flink doorwerken stonden alle boompjes op hun plaats. De boompjes kunnen geadopteerd worden voor 5 euro per stuk.
Na afloop was er koffie-met-iets voor iedereen die had meegeholpen.
Pagina 1 van 33