EU tegen transitie van duurzame landbouw
UIT: Natuurmonumenten/bericht Santie de Haas/persvoorlichter
Een schril contrast: op 20 oktober maakte de Europese Commissie bekend dat de staat van de natuur in Europa een nieuw dieptepunt heeft bereikt. Maar een dag later stemde het Europees Parlement en de Europese Raad van Landbouwministers tegen de transitie naar een duurzame landbouw. Weg de Green Deal van Timmermans. Een zwarte dag voor natuur en milieu!
De landbouwministers en het Europees Parlement in Brussel kwamen overeen dat ook de komende jaren twee derde van het EU landbouwgeld naar intensieve landbouw gaat, zonder dat daar afdoende milieuvoorwaarden aan verbonden worden. Het gaat om honderden miljarden euro’s van belastingbetalers. De broodnodige vernieuwing en verduurzaming krijgen hierdoor geen kans, concluderen Natuurmonumenten, LandschappenNL, Het Wereld Natuur Fonds, SoortenNL, Milieudefensie, RAVON, FLORON, de Vlinderstichting, Vogelbescherming Nederland en Foodwatch.
Twintig procent van de subsidies komt beschikbaar via zogenoemde ecoregelingen, wat inhoudt dat er bepaalde maatschappelijke diensten voor moeten verleend. Maar ook daar ontbreken strikte milieudoelen en borgingen. Natuur- en milieuorganisaties vinden dat publieke middelen ook voor publieke doeleinden gebruikt moeten worden. De helft van de subsidies zou daarom gereserveerd moeten worden voor ecoregelingen die bijdragen aan ecologisch herstel. Op die manier worden boeren ervoor beloond als zij diensten leveren die ten goede komen aan de natuur.
Op basis van wetenschappelijke onderzoeken constateert de Europese Commissie dat de natuur een nieuw dieptepunt bereikt heeft, waarbij de industriële landbouw met de bijbehorende stikstofoverlast, verdrogingseffecten en gebruik van pesticiden tekent voor de belangrijkste drukfactoren.
Ook in Nederland trekt intensieve landbouw een zware wissel op natuur, de stikstofcrisis is hier bijvoorbeeld een gevolg van, maar ook op de biodiversiteit in het landbouwgebied zelf. Mede daarom beoogt het Nederlandse landbouwbeleid een transitie naar duurzame kringlooplandbouw. Natuurorganisaties streven naar natuurinclusieve landbouw, zeker in overgangszones rondom natuurgebieden. Het Gemeenschappelijk Landbouwbeleid zou moeten helpen om deze doelen te bereiken, maar de besluiten van oktober j.l. maken dat moeilijk.
Steeds meer bijenplekken in Overijssel
Uit: Natuur en Milieu Overijssel, Nieuwsbrief 28 oktober 2020.
Het gaat slecht met de bijen in Nederland. En in Overijssel is dat helaas niet anders. In de overtuiging het tij te keren, is daarom de Bijenbeweging Overijssel opgezet. De bijenbeweging zet zich in om Overijssel weer een plek te maken waar het goed toeven is voor de bij. Hoe? Door bijenplekken te creëren!
Bijen, foto Hein Kuijper
In Nederland zijn er ruim 350 verschillende soorten wilde bijen, en daarvan staat 56% op de rode lijst. Dat dit een groot probleem is staat buiten kijf, en dat we daar iets aan moeten doen natuurlijk ook. Maar waarom gaat het zo slecht met de bij? Ecoloog Michiel Poolman van Landschap Overijssel (partner in de Bijenweging) legt uit: “Nederland kende ooit een mooi natuurlijk landschap met mooie bloemrijke hooilandjes waar veel insecten en vogels in voorkwamen. Maar het landschap is veranderd: veel grond in Nederland heeft een bestemming en is zo optimaal mogelijk ingericht.” Optimaal, voor de mens dan, maar niet voor de bij! Want geen bloemrijke hooilandjes, betekent geen nectar en stuifmeel voor de bij.
Overijssel maakt al volop gebruik van de middelen van de Bijenbeweging: er zijn al 18 bijenplekken aangelegd in Overijssel.
Wat kun jezelf doen?
De bijenbeweging roept daarom iedereen op tot de aanleg van de bloemrijke stukjes, zogenaamde bijenplekken. Dat kan op je eigen balkon of in je tuin, maar ook op natuurterreinen, landgoederen en gemeentelijke gronden. Poolman legt uit: “In de evolutie hebben bijen zich gespecialiseerd op plantensoorten die in dat gebied voorkomen. Sterker nog: veel bijen(families) specialiseren zich zelfs in één specifieke plantensoort of familie. Daarom is de plantkeuze in de bijenplek ontzettend belangrijk!”. Net als het creëren van nestgelegenheid trouwens: zo voelt een metselbij zich thuis in een bijenhotel en graaft een zandbij een nest in een lekker zanderig rommelhoekje. Let wel op: koop bij- en vlindervriendelijke neonicotinoidevrije planten.
De bijenbeweging is een samenwerking van provincie Overijssel, Natuur en Milieu Overijssel, Landschap Overijssel, EIS Kenniscentrum Insecten, LTO Noord en Imkervereniging Nederland. De Bijenbeweging Overijssel is aangesteld om de leefomstandigheden van bijen te verbeteren. Ze stimuleert nieuwe initiatieven, ondersteunt bestaande bijen-initiatieven en verbindt initiatiefnemers met elkaar.
Meer weten over de Bijenbeweging? Kijk op https://www.landschapoverijssel.nl/projecten/bijenbeweging-overijssel of word lid van de Facebookgroep om op de hoogte te blijven van alle actualiteiten.
Oehoes ringen 2020
Han Bouman heeft al heel veel soorten vogels geringd, maar sinds 2019 kon hij voor het eerst ook 2 jonge Oehoes ringen met als kers op de taart zijn daar in 2020 nog 3 jonge Oehoes bijgekomen.
Oehoes zijn standvogels! Dat betekent dat de soort het hele jaar in hetzelfde leefgebied verblijft. Mocht een Oehoepaar meerdere jaren achtereen in het zelfde gebied broeden, dan betekent dit dat kwaliteit van het leefgebied goed is!
Door de Oehoes te ringen komen we steeds meer te weten over de soort: waar ze terecht komen, hoe oud ze zijn of worden, de doodsoorzaak, of ze gaan broeden en zo ja: waar. Kortom: onderzoek leert ons meer over het gedrag en de behoeftes van de soort.
De Oehoe is overigens de grootste uilensoort in Europa.
Juveniele Oehoe.
Om een beeld en inzicht te krijgen betreffende het voedsel van de Oehoe, hebben we in 2019 meerdere botjes, veren en haarballen gezocht in de omgeving van het nest, toen de Oehoes al waren uitgevlogen. De Oehoe is erg gevoelig voor verstoring en dat is het laatste wat we willen.
Onze conclusie was dat de Oehoe in het Vechtdal dol is op houtduiven, ratten en muizen. Het is bekend dat de Oehoe ook andere roofvogels, uilen, vissen, hazen, konijnen en kleinere vogels eet: kortom, het is een echte carnivoor.
Aantal geringde Oehoes: 3
Verslag Han Bouman en Ella Roelfs-Rijzebol
Fotografie: Ella Roelfs-Rijzebol
Oehoe zit op het nest te broeden.
Opnieuw een Rode Wouw in Vogelopvang Han Bouman
Op 12 juli 2020 vond iemand een sterk verzwakte en vermagerde Rode wouw in de omgeving van Vilsteren. Hij nam contact op met de jachtopziener van Landgoed Vilsteren. De jachtopziener vroeg raad aan Mark Zekhuis, ecoloog bij Landschap Overijssel. Omdat Mark wist dat Han Bouman reeds eerder een Rode wouw in zijn vogelopvang had gehad en dus ervaring had opgedaan met een Rode wouw, stelde hij voor dat ook deze Rode wouw naar de vogelopvang van Han werd gebracht. Han kon de vogel met gemak vangen: geen gezond teken. De verzwakte Rode wouw was één van drie jongen uit een nest in de buurt. Dit jong lag onder het nest! (ter info: de andere twee jongen zijn gelukkig gezond en wel uitgevlogen).
Han had ondertussen genoeg ervaring met de soort om de belangrijkste “karaktertrekken” van de vogel te herkennen. Zo weten we dat de Rode wouw lethargisch gedrag vertoond zodra er iets gebeurt waardoor hij zich bedreigd voelt. Hij wordt apathisch en gaat bij wijze van spreken “doodliggen” of hangt zijn kop naar beneden, als een soort van struisvogelpolitiek. Omdat Han dit gedrag al kende van de Rode wouw die hij in zijn opvang had in juli 2018, wist Han dat dit gedrag “normaal“ is voor de soort. Helaas was de conditie van deze Rode wouw dermate slecht, dat er toch gevreesd moest worden voor zijn leven.
Han wilde deze vogel ontzettend graag oplappen. Het is namelijk geen overbodige luxe dat ook deze Rode wouw wist te overleven. De Rode wouw is één van de weinige vogelsoorten die bijna alleen voorkomt in Europa. Door intensieve vervolging is de soort sterk afgenomen en plaatselijk verdwenen. Gelukkig hebben beschermende maatregelen hier een einde aan gemaakt. Ze komen nu ook weer voor in meerdere buurlanden, maar talrijk zijn ze nergens.
Han heeft 13 juli 2020 een paar biometrische gegevens opgenomen: leeftijd 48 dagen, gewicht 845 gram ( 200 gram te licht ), vleugellengte 405 mm. Meer gegevens wilde Han niet opnemen om het verzwakte dier niet nog meer te stressen dan noodzakelijk. Mieke, echtgenote van Han, kwam bijvoorbeeld nooit in de omgeving van de Rode wouw. Han voerde de Rode wouw muizen, mollen en eendagskuikens, legde het aas klaar en vertrok net zo snel als dat hij was gekomen. De vogel was tijdens het klaarleggen van het voer steeds verzonken in zijn apathische houding! Zodra Han uit zicht was stortte de Rode wouw zich op het voer. Alle voer was steeds opgegeten als Han terugkwam, dus was dat een goed teken. Een paar dagen nadat de vogel in de opvang kwam vielen er handpennen en staartpennen uit. Op 18 juli 2020 vroeg Han mij een aantal foto’s te maken. Ondertussen, was er toch iets vreemds aan de hand: de Rode wouw had alle staartveren en armpennen verloren, er bleef geen enkele van deze veren over. Toen ik kwam om te fotograferen zag het dier er belabberd uit.
Apathisch weggedoken, zonder staart- en zonder handpennen op een hokje.
Natuur dicht bij huis: Lok een egel
De egel is een verrekte grappig beestje. Bijzonder prettig ook; vreet heel wat slakken weg uit je tuin. Bij ons zitten nu een egelmoeder en vijf halfwas jongen in de achtertuin.
Normaal zie je die alleen maar als een stekelige bal of als platte en dode snelweg-egel. Maar als een egel zich bij je op z’n gemak voelt, toont ie zich als een totaal ander dier. Hoog op de pootjes, als een klein varkentje zich vlot voortbewegend door planten en struiken, overal snuffend en snuivend, zo nu en dan best luidruchtig. Zeker in ons geval, als de moeder contact moet houden met vijf egelkleuters, horen we telkens hoge, schrille kreetjes om het spul bij elkaar te houden.
Het zijn wel erg eigenwijze en koddige diertjes, deze jonge egeltjes. Eentje loopt nog als een eikenprocessie-egel braaf achter mama aan, maar de andere vier trekken er avontuurlijk zelf op uit en al na een dag na het verlaten van het geboorte- en werpnest vinden we ze overal in de tuin. Het is uitkijken waar je loopt, trap niet op die kleintjes.
Als ik ze ’s middags, ongeveer drie weken na de geboorte, voer met wat kattenbrokjes en meelwormen, kruipen de jonkies zo over de stekelige vacht van mama heen, zonder ergens last van te hebben.
Egels zijn heel nuttige dieren die thuishoren in onze natuur en vooral in onze tuin. Ze zien er bijzonder uit en spreken tot de verbeelding. Maar daarnaast zijn ze vooral erg nuttig. Mensen zijn vaak druk bezig om slakken de tuin uit te jagen terwijl het beter is om te proberen een egel in je tuin te krijgen want die doet het slakkenwerk voor je. Heb je liefde voor de natuur, probeer dan een egel in je tuin te lokken. Dat kan door een simpel afdakje, een omgekeerde plastic krat met luchtgaten in een rustig rommelhoekje met veel groen er omheen weg te zetten. De egel verzamelt dan zelf wel bladeren en takjes om het huisje te meubileren. En dan geregeld wat bijvoeren, liefst op enigszins regelmatige basis. Dan komt de egel vast bij je terug.
Jaap van Dort
Determineren van veren met Evert Ruiter
Donderdag 17 september jl. had onze vereniging Evert Ruiter gestrikt voor een presentatie over vogelveren. Dat onderwerp trok zo’n 30 geïnteresseerden.
Arend Spijker opende de avond en refereerde, als vervanger, hierbij nog even aan de gezondheid van Hein Kuijper. Daarna stak Evert, met een omschrijving van een "thuiswedstrijd en tegelijkertijd een primeur" van wal. Dit soort lezingen zijn zeker geen gemeengoed en daarom zat het publiek van deze avond in een bevoorrechte positie.
Na verhaald te hebben hoe hij op jonge leeftijd zelf geïnspireerd raakte na een vondst van een veer van een groene specht, bleek uit het verdere verhaal, dat die vondst leidde tot een ware passie, waarbij de interesse steeds meer de diepte inging. Ruiter nam ons mee op een ontdekkingstocht, waarin veel belangrijke functies van het verenkleed van een vogel voor het voetlicht kwamen. Vormen, soorten veren, de rui…. Niets bleef onbelicht. Wist u bijvoorbeeld, dat een vogelvrouwtje minder opvallend gekleurd is, om dat dat veiliger is en moeders zich, in geval van nood, beter kan verschuilen?
Of: na de broed treedt er bij veel vogels een verandering op in het verenkleed, lijkend op de rui. Sommige vogels kunnen dan een tijdje niet vliegen, waardoor ze extra kwetsbaar zijn. Later komt het broedkleed terug.
Of: bij veel roofvogels zie je soms, als je naar boven kijkt, een soort "inham" in de vleugel. Dat is vaak een teken, dat er geruid wordt.
Of: de veren van bijvoorbeeld eenden hebben een extra lange schacht, omdat ze veel kracht moeten gebruiken bij het opvliegen uit het water.
Door Evert meegenomen voorbeelden.
Nachtzwaluwtelling
Een van de activiteiten van de vogelwerkgroep is het bijhouden van de populatie nachtzwaluwen.
Een nachtzwaluw heeft niets te maken met een zwaluw die ’s nachts actief is.
Hij heeft de grootte van een koekoek of jonge houtduif. Hij leeft in naaldbossen en op zandgronden. Zijn nest ligt op de grond maar door de goede camouflage is hij overdag nauwelijks tot niet te zien.
Bijna alle vogels zitten overdwars op een tak, terwijl een nachtzwaluw in de lengte zit, nauwelijks van de tak te onderscheiden. Hieronder is meteen een uitzondering te zien.
In de avonduren komt hij tot leven en het eerste wat je van hem merkt is een langgerekte errrrrrrrr afgesloten met een soort koe-ik. Ook karakteristiek is het klappende geluid van zijn vleugels tijdens de balts. Vooral op het geluid wordt de telling gedaan terwijl je hem soms vlak over je heen ziet vliegen, nieuwsgierig een kijkje nemend wat er in zijn territorium gebeurt. Het mannetje is dan te onderscheiden van een vrouwtje door de witte vlekken op de vleugels.
Pilot bollenteelt: welke acties kunt u ondernemen?
Wat kunt u nog meer doen naast het ondertekenen van onze petitie “Geen bollengif in Ommens drinkwater”:
- Praat met uw familie, buren, vrienden en kennissen. Geef hen een kopie van dit verhaal of mail het naar hen met het verzoek de petitie te tekenen op onze website.
- Schrijf een brief of een e-mail naar gemeenteraadsleden waarin u uw ongerustheid kenbaar maakt over het experiment met bollenteelt in beschermde drinkwaterwingebieden:
Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken. t.a.v. gemeenteraad. - App naar Vitens: 06 23336777 “Ik wil geen bollengif in ons Ommens drinkwater!”
- Stuur een email naar de directie van Vitens en zeg dat u het als klant onacceptabel vindt dat er risico’s met uw drinkwater worden genomen in de pilot bollenteelt in de drinkwaterwingebieden.
Kerkuilen ringen 2020
De weeromstandigheden waren tijdens het ringen van de Kerkuilen zeer wisselend. De avond waarop Han Bouman, ringer en coördinator van onze vogelwerkgroep, een afspraak had gemaakt met Kees Smelt, vrijwilliger Kerkuilenwerkgroep Vroomshoop, werden we gelijk getrakteerd op een fikse onweersbui en de bui die erop volgde zorgde ervoor dat het voorlopig niet meer droog werd. Toevallig moesten we die avond naar de RK kerk van Geerdijk om ook daar kerkuilen te ringen. Het stortregende nog steeds. Gelukkig was de koster al gearriveerd en hij gaf toestemming om deze keer in de RK kerk te ringen: hoe bijzonder is dit! We ringen al jaren kerkuilen op het kerkplein, maar in de kerk gebeurde dit nooit eerder. Zoals u wellicht wel weet zijn Kerkuilen tegenwoordig immers niet meer welkom in de kerk, terwijl ze hun naam te danken hebben aan de kerk. Vroeger broedden ze met name in de kerk: ze kwamen binnen via de galmgaten en hadden een nest in de nok van de kerk. Doordat deze galmgaten door de jaren heen dicht werden gemaakt door de mens, moesten de kerkuilen hun heil elders zoeken. Maar gelukkig heeft de kerk in Geerdijk niet alleen de toegang tot de kerk voor kerkuilen open gelaten, de kerkuil mag zelfs geringd worden binnen de kerkmuren. Een hele bijzondere ervaring! Deze Kerkuil kan met trots de naam KERKUIL dragen. Zij kreeg een prachtige ring van Han om haar poot geschoven.
Onder het toeziend oog van de koster toont Ella de in de kerk geringde kerkuil
Het ringen van een Wespendief is zeer bijzonder
Velen van u zullen waarschijnlijk nog nooit een Wespendief hebben gezien. Het is namelijk een schuwe, stille vogel. Daarbij zijn broedplaatsen heel erg moeilijk te vinden omdat de wespendief vaak een nest heeft in grote bossen: het vinden van broedplaatsen van deze vogel is dan ook zeer tijdrovend werk. Toch heeft Gerard van Beesten, vogelaar en vrijwilliger van onze vogelwerkgroep, al een paar keer een broedplaats van de Wespendief ontdekt, zo ook in 2020 in een grove den, op 16 meter hoogte, ergens op de Archemerberg. Dat Gerard een broedplaats weet te vinden is dus zeer bijzonder!
De Wespendief is een prachtige roofvogel welke behoort tot de groep Havikachtigen. Het is een bijzonder fraaie vogel om te zien! Zelfs hele jonge Wespendiefjes zijn schitterend, ook in de fase waarin ze nog met donsveren zijn bedekt.
Het voedsel van de wespendief bestaat voornamelijk uit wespenlarven. Ze eten ook wel hommellarven en aan het begin van het seizoen zelfs ook wel ander voedsel. Wespen zijn namelijk pas in voldoende mate beschikbaar omstreeks half juni, daarom eet de vogel ook wel kikkers, hagedissen, zoogdieren en kleine vogels, maar als het er op aan komt hebben ze liever wespenlarven. In het nest van deze, door Han Bouman te ringen jong, lagen dan ook 2 wespenraten en een dode kikker als prooi.
Pagina 10 van 33