Na een onrustige nacht met hevig onweer scheen 's ochtends de zon onverwacht volop. Onze gids, Kees Jan Westra, boswachter-publiek bij SBB, had een verwachtingsvolle groep van ruim 20 personen voor zich staan. De rode draden van de excursie waren de historie en de toekomst van dit bijzondere Natura2000 gebied. Aan de hand van de enorme leemhoudende zandbult vlak bij de parkeerplaats en even later met een paar overzichtskaarten van het gebied vertelde Kees Jan over de vervening en over de maatregelen om het water in de toekomst vast te houden. Dat is essentieel om het weinige veen dat nog over is te behouden en om nieuwe veenvorming te stimuleren. Vrij snel, daar kwamen we natuurlijk voor, gingen we het gebied in om met eigen ogen het landschap te aanschouwen. Daarbij kregen we aan de noordkant een mooi beeld van hoe het ongeveer geweest moet zijn en waar de vervening toe heeft geleid. In het noorden een welhaast oneindig groot vlak en kaal landbouwgebied en ten zuiden van ons, 4-7 meter hoger, de restanten van het ooit immense hoogveengebied en de zandkoppen met heide. Wat mij betreft altijd weer een indrukwekkende ervaring. Voor wie daar meer van wil weten is topotijdreis.nl een aanrader! Weer terug in het veen vertelde Kees Jan ons over de 4 soorten heide in ons land die allemaal in de Engbertsdijksvenen te zien zijn: struikheide, dopheide, kraaiheide en lavendelheide. Kraaiheide bereikt hier ongeveer de zuidelijke grens van zijn verspreidingsgebied.

 

In de groep waren meerdere vogelkenners aanwezig en meermaals gingen de kijkers omhoog om een vogel te spotten. Bij de geelgors, de blauwborst en de rietgors bleven we wat langer stilstaan.

Halverwege onze route kwamen we bij de rand van de hoogveenkern aan. Dit gebied van 12 hectare is ontsnapt aan enige vorm van vervening, gered door de ontdekking van steenkool als goedkopere brandstof. Het gebied is enkel gebruikt voor de teelt van boekweit. Dat betekende dat er greppeltjes werden gegraven voor de ontwatering en dat het gebied werd afgebrand om in redelijk vruchtbare aarde te kunnen zaaien.

Onder de deelnemers aan de excursie bevond zich ook Ton van Mourik. Hij kon af en toe het verhaal van Kees Jan aanvullen op basis van zijn persoonlijke ervaringen. Ton werkte van 1962 tot 1970 bij SBB en was daar vooral bezig met het aankopen of ruilen van stukken land in de Engbertsdijksvenen. Een monsterklus als je weet dat het gebied voor een deel nog bestond uit kavels van 7 meter die begonnen in de Pollen en eindigden bij Sibculo/Kloosterhaar. Door vererving hadden deze kavels vaak vele honderden eigenaren die lang niet allemaal getraceerd konden worden.

Bijna terug troffen we bij de Pluus de vogeltelgroep aan. Bijzondere waarnemingen van hen op deze dag waren 2 geoorde futen en een overvliegende visarend. Helaas geen kraanvogels, maar die zijn al wel in het gebied gesignaleerd. Op het laatste stuk van onze route werd nog flink wat zeldzame slangenwortel gezien plus boer Broenink (caring farmer) die op zijn fiets kwam kijken of zijn landgeiten weer terug kunnen komen om de bomenopslag weg te vreten.

Een geslaagde ochtend!
Met dank aan Kees Jan Westra en aan Ella en Machteld.

Verslag: Wim Hilderink.

Foto's: Ella Roefs-Rijzebol en Machteld Oudshoorn