Het Meetnet Urbane Soorten (MUS) is in 2007 in vliegende vaart van start gegaan. In meer dan 360 gebieden werden broedvogels via punttellingen in kaart gebracht. SOVON hoopt het meetnet verder uit te bouwen en is dus op zoek naar extra tellers.
De telmethode van MUS is eenvoudig en kost weinig tijd. Toch werden er in 2007 al meteen opmerkelijke resultaten mee behaald. Voor veel stadsvogelsoorten vertonen de MUS-stippenkaarten al een goede gelijkenis met de verspreidingskaarten uit de vorige broedvogelatlas. Nu MUS zijn tweede jaar ingaat, worden misschien de eerste veranderingen al zichtbaar: gaat de Huismus nog verder achteruit? Rukt de Putter verder op? In 2008 zal extra aandacht besteed worden aan een bijzondere stadsvogel: de Scholekster.
Nieuwe tellers zijn van harte welkom; ze kunnen zich voor het broedseizoen 2008 aanmelden via de website (www.sovon.nl, onder Monitoring/Broedvogels, rechtstreeks: http://www.sovon.nl/default.asp?id=367), of contact opnemen met de coƶrdinator (Bram Aarts, Dit e-mailadres wordt beveiligd tegen spambots. JavaScript dient ingeschakeld te zijn om het te bekijken., 024-6848111). Voorwaarde voor deelname is dat men de algemene soorten in bebouwd gebied op zicht en geluid kan herkennen. In heel Nederland zijn meer dan 3000 potentiƫle MUS-telgebieden, dus er is voldoende keus voor nieuwe deelnemers. Delen van Noord-Holland, Overijssel, Zeeland en Friesland zijn nog opvallend leeg.

Figuur: Vergelijking van de aantallen Putters in bebouwd gebied (cirkels; maximum aantal per telgebied) in het MUS-meetnet in 2007 met de relatieve dichtheid in heel Nederland zoals berekend in de broedvogelatlas 1998-2000.