Uit de Natuur

Dit verslag gaat over een bijzonder interessant roofvogeltje dat alleen wordt opgemerkt door mensen die er oog voor hebben. Maar kijk even mee door hun ogen en ontdek de fascinatie…Maar dit verslag gaat ook over het verborgen werk van de mensen van de Vogelwerkgroep van onze vereniging. Door hun inspanningen hebben we weer ooievaars in Ommen, wordt de kerkuilenpopulatie gestimuleerd en beschermd, zijn er nestkasten, is er contact bij gemeentelijke bouwplannen over de plaatsing van vogelvides en zwaluwtillen en nog veel meer.

Leest u mee voor een kijkje in het…

“Dagboek van een Vogelman”

door Willem Havinga

Kastencontrole
Zaterdag 28 april ben ik met Feike Hoogland begonnen met de controle van de kasten die zijn opgehangen voor de steenuilen in Ommen. Op een erf waar een kast hing troffen we moeder steenuil in de kast aan met 4 net geboren jongen. Zij bleven alle rustig zitten. Pa steenuil had voor voldoende eten gezorgd en dat lag netjes op een stapeltje in de kast, klaar voor het grijpen.
Hij zat in een boom te kijken en vloog weg waarna alle vogeltjes in de buurt alarm sloegen. Over ongeveer 10 dagen worden de jongen geringd, gewogen en gemeten door Han Bouman.
Over de steenuil
De steenuil is  een standvogel en de kleinste in ons land voorkomende uil. Door de bolle kop en het relatief dikke verenpak lijkt hij groter dan hij is. Steenuilen zijn deels overdag actief, vooral in de periode dat hij jongen moet grootbrengen. Hij is een snelle vlieger. Zijn vlucht lijkt sterk op die van een specht: in bogen rijzend en dalend. De avonduren zijn voor hem in de regel de uren van de grootste activiteit, dan gaat hij op jacht.
Uiterlijke kenmerken
Steenuilen hebben een gevlekt verenkleed. De bovenzijde is bruin met witte spikkels en de onderzijde witachtig en dicht bruingestreept. Hoewel een uitgesproken masker ontbreekt, ontstaat door de lichte oogstreep en lichte kin toch de accentuering van een gezicht met daarin als opvallend kenmerk de grote ogen met gele iris. De poten zijn lang en wit bevederd. Ongeveer zo groot als een merel (23 – 27,5 cm); met korte staart, vlakke kruin. Boven het oog een lichte wenkbrauwstreep. Vleugelspanwijdte van 54 – 58 cm en gewicht 140 – 180 gram
Broeden
De steenuil is een strikte holenbroeder die zelf geen nestholte kan maken. Zij broeden in holten van oude bomen, muren, gebouwen en ook in speciale nestkasten. Het vrouwtje broedt 25 – 30 dagen op 3 – 5 witte eieren en het mannetje zorgt voor voedsel. Jongen verlaten nest na ongeveer 35 dagen maar kunnen 2 weken later pas vliegen. Ze worden nog een week of zes door de ouders verzorgd. Een steenuilenechtpaar blijft elkaar het hele leven trouw en zal ook niet snel van broedplaats veranderen.
Het voedsel is veelzijdig dierlijk: In de zomer bestaat zijn prooi hoofdzakelijk uit kevers, sprinkhanen, rupsen en regenwormen. Verder eet hij kleine zoogdieren als kikkers, muizen en spitsmuizen en kleine vogels. Hij jaagt meestal vanaf een uitkijkpost, dat kan een boomstronk zijn of een paaltje in het weiland.
Voorkomen
De steenuil komt meestal in de buurt van mensen voor. De voorkeursbiotoop van de steenuil is een graslandschap met houtwallen, heggen, knotwilgen en oude hoogstambomen en verspreid staande boerderijen met erfbeplanting. De steenuil heeft veel natuurlijke vijanden. Havik en sperwer grijpen hem, als ze de kans krijgen. Als een steenmarter hem in zijn schuilplaats ontdekt, neemt de marter het nest in beslag. En dan heb je de wezel die zijn eieren steelt. En de kraaien, eksters en gaaien niet te vergeten. De afgelopen veertig jaar is de populatie met 50 tot 75% afgenomen. Ook de steenuil is dit jaar weer te volgen op www.beleefdelente.nl .