Lezing "De Wieden" door Arend Spijker

Het natuurgebied de Wieden is tegenwoordig onderdeel van het Nationaal Park Weerribben Wieden. Het ligt in de Kop van Overijssel, ingeklemd tussen de provincies Flevoland, Friesland en Drenthe.
Heel vroeger was dit gebied trouwens nog veel groter, en was het een uitloper en een delta van de toenmalige Zuiderzee.

De Wieden en de Weerribben zijn momenteel eigenlijk nog twee aparte natuurgebieden, waarvan de Weerribben (ca 3.000 ha) in eigendom en beheer bij Staatsbosbeheer is en de Wieden (ca 7000 ha) bij Natuurmonumenten. Maar sinds 2009 vormen deze twee samen het Nationaal Park Weerribben-Wieden en zijn de twee gebieden ook weer (weliswaar met een smalle corridor) met elkaar verbonden.
Samen zijn ze nu het Nationaal Park Weerribben-Wieden samen ca 10.000 hectare groot, daarmee is dit het grootste aaneengesloten laagveenmoerasgebied van Noordwest-Europa.


De natuur van Nationaal Park Weerribben-Wieden ziet er ongerept uit, maar dat is slechts schijn. Vanaf de twaalfde eeuw veranderde dit veenmoeras onder invloed van de mens. Het is dus echt ontstaan door mensenhanden! Vanaf het midden van de 16e eeuw gingen de verveners er steeds ‘grootschaliger’ aan de slag. De turf die er werd gewonnen was toen erg in trek vooral in de grote steden, het werd wel het bruine goud genoemd. Het laagveen, de natte veenbagger, werd gedroogd op smalle stroken land, de zogenaamde ribben, of legakkers, wat bleef waren slootjes, daar trekgaten genoemd. De te intensieve vervening zorgde in De Wieden er uiteindelijk voor dat de legakkers steeds smaller en de trekgaten steeds breder werden, en onder invloed van wind en water werden de legakker steeds vaker weggeslagen. Zelfs een heel dorp, het dorpje Beulake, is daardoor helemaal verdwenen. Uiteindelijk zijn zo ook de meren (de wieden) ontstaan. Na het stoppen van de vervening in de 20e eeuw bleef er een uniek natuurgebied als erfenis van de verveners, achter.
Kortom, het is een gebied dat ‘gemaakt’ is door mensenhanden. Ontstaan door stuwwallen, overstromingen, verlanding, vervening, en turfwinning. Een gebied van weren, ribben en wieden, met ook mooie cultuur-historische plaatsjes als Sint Jansklooster, Belt Schutsloot, Jonen, Giethoorn, Dwarsgracht en Wanneperveen.
En nog steeds is het een labyrint van plassen, meren, slootjes, mysterieuze moerasbossen, uitgestrekte rietpercelen en ook veel bloemrijke hooilanden en een kraamkamer voor bijzondere plant- en diersoorten.
Een gebied van laagveen, water, verlanding, moerassen, trilveen en ‘drijvend land’, een gebied waar je op sommige plekken zelfs over water kunt lopen. Kortom, een gebied van prachtige natuur en bijzondere cultuur.

Op dinsdag 26 april gaan we hier verder op in, dan zal Arend een lezing houden over dit bijzondere gebied. Dan zal hij ook vertellen over de bijzonder planten, vlinders, vogels en ander dieren, die daar voorkomen.
Vervolgens gaan we een paar weken later varend het gebied ontdekken, dan gaan we kijken en ervaren hoe het er werkelijk uitziet.

Uiteraard is het mogelijk dat deze activiteit door omstandigheden niet door kan gaan. Houdt daarom uw mail en de website in de gaten.

Leden N&M gratis toegang - Niet Leden betalen €5.-.

Tot dinsdagavond 26 april 2022. (De zaal is open om 19.30 uur.)

Met vriendelijke groeten van Machteld Oudshoorn en Ella Roelfs-Rijzebol mede namens het bestuur.