PERSBERICHT:
De Vereniging voor Natuur en Milieu De Vechtstreek begrijpt niet waarom de Gemeente de uitverkoop van het Ommer culturele groene erfgoed opnieuw overweegt. In de raadscommissievergadering van donderdag 14 november a.s. buigt de commissie zich opnieuw over de verkoop van ca. 400 ha gemeentelijke bos- en natuurbezit. Er ligt een B&W-voorstel waarin de criteria en de uitgangspunten voor de verkoop van het gemeentelijke bosbezit zijn opgenomen. Gaat de raadscommissie hiermee akkoord, dan wordt alsnog groen licht gegeven voor de verkoop van het gemeentelijke bos- en natuurgebied.
Voorzitter Hein Kuijper van Natuur en Milieu De Vechtstreek baseert zich op de onderzoeksresultaten van het rapport dat begin dit jaar in opdracht van de Gemeente is uitgevoerd. “Uit dit rapport blijkt dat de jaarlijkse baten van het gemeentelijke bos- en natuurbezit zelfs positief zijn. De noodzaak voor verkoop van de 400 ha. bos is dus niet aangetoond” , constateert Kuijper. “Men gaat blijkbaar puur voor het eenmalige gewin. Dan slacht je de kip met de gouden eieren. Het zou van goed rentmeesterschap getuigen om ook op langere termijn te denken” vindt Kuijper.
Het natuurgebied Het Varsenerveld staat óók in de etalage. Dit natuurgebied behaalde enkele jaren geleden de 2e plaats als mooiste natuurgebied van Nederland, dankzij de beheersinspanningen van ca. 50 vrijwilligers de afgelopen 15 jaar. Verkoop van deze natuurparel doet geen recht aan het vele vrijwilligerswerk, vindt NM De Vechtreek. Zij biedt aan samen met de Gemeente te onderzoeken hoe dit natuurgebied duurzaam in stand kan worden gehouden. Bij verkoop aan particulieren is de kans ook groot dat borden “Verboden toegang” verschijnen, en dat is in een recreatie- en wandelgemeente als Ommen niet te verkopen. Maar ook kaalkap van het bos dreigt door de grote vraag naar brandhout. Zo ga je niet om met je meest waardevolle gemeenschapsbezit, aldus NM Vechstreek.
Ook Natuurmonumenten heeft eerder haar ernstige ongerustheid geuit tegen de voorgenomen verkoop van het gemeentelijke bosbezit. Zij hebben de Gemeente hun ruime beheerservaring met bos- en natuurgebieden aangeboden.
Natuur en Milieu De Vechtstreek vindt dat Ommen trots moet zijn op haar gemeentelijke bosbezit. Jaarlijks zijn er meer dan 1 miljoen bezoekers in onze groene gemeente. Die brengen veel geld in het laatje en veel werkgelegenheid met zich mee. Een deel van die opbrengsten moet je investeren in de duurzame instandhouding van ons Ommer culturele groene erfgoed, aldus Natuur en Milieu De Vechtstreek.
Een afgeladen publieke tribune afgelopen donderdagavond 28 november tijdens de raadscommissievergadering over het “veegplan” bestemmingsplan Buitengebied Ommen. Het onderwerp “lelieteelt” zorgde voor veel beroering. Zowel vóór- als tegenstanders van lelieteelt waren aanwezig. Er waren 7 insprekers, waarvan maar liefst 5 personen, waaronder onze voorzitter, die hun grote verontrusting uitspraken over de (mogelijke) schadelijke effecten voor de gezondheid en de bedreiging voor het milieu bij het gebruik van de zeer giftige bestrijdingsmiddelen bij deze teelt.
Al eerder hadden de brancheorganisatie en LTO-Ommen de gemeente verzocht de lelieteelt in de hele gemeente toe te staan. In het vigerende bestemmingsplan is lelieteelt alleen toegestaan in de bestemming “”Agrarisch gebied met landschappelijke openheid (zone Ao)”. In alle overige bestemming is de lelieteelt niet toegestaan.
Naast de grote zorg over onze gezondheid en het milieu, hebben wij ook aandacht gevraagd voor aanvullende voorschriften die een veilig gebruik van deze bestrijdingsmiddelen in de directe nabijheid van natuurgebieden, scholen en recreatieterreinen garanderen.
De conclusies van de avond:
- Het vigerende bestemmingsplan uit 2010 wordt niet aangepast. Dat betekent geen uitbreiding van lelieteelt in Ommen.
- De lelieteelt die in strijd is met de bestemming door de gemeente gedoogd is wordt aangepakt. Dit is o.a. op de esgronden in Beerze, Varsen en Vilsteren.
- De gemeente wacht de resultaten van het onderzoek van de Gezondheidsraad af. Deze Raad onderzoekt in opdracht van de staatssecretaris Natuur de mogelijke schadelijke effecten op de gezondheid en het milieu.
Bestuurslid Henk Ruiter heeft in januari voor een delegatie van het CDA in Ommen zijn visie op natuurgebied het Varsenerveld gegeven. Henk, die al jaren ambassadeur is van het Varsenerveld liet een aantal oude kaarten zien en benadrukte dat het Varsenerveld, zoals dat er nu ligt, maar een heel klein stukje van het oorspronkelijke gebied is. Heel graag zou hij zien, dat het gebied wordt uitgebreid en dat er een goede waterhuishouding komt, zodat de natuur, zoals die daar de laatste jaren ontstaan is, zich verder kan ontwikkelen. In het verleden als verloren gewaande plantjes zijn inmiddels weer teruggekomen. De landbouw wil ook graag een goede waterhuishouding, maar dan voor de landbouw, die op dat punt heel andere ideeën heeft. Dat twistpunt werd onder andere besproken op de varkenshouderij van Wim van der Heide, dat pal tegen het Varsenerveld aanligt. Na afloop van de excursie zei de CDA-fractievoorzitter, dat er weliswaar tegenstellingen zijn tussen natuur en landbouw, maar dat die niet onoverkomelijk hoeven te zijn, als er naar elkaar geluisterd wordt en men elkaar iets gunt.
De al jarenlange neerwaartse trend in de achteruitgang van onze weidevogels zet helaas door. Dit blijkt uit een rapportage van de Provincie Overijssel. Positief is dat op locaties waar veel wordt gedaan voor weidevogels, herstel mogelijk is. Belangrijke voorwaarden hierbij zijn vernatting (doelbewust de waterstand verhogen), kruidenrijke percelen, later in het jaar maaien en maatwerk in werkzaamheden op het land zodat jonge vogels kunnen uitvliegen.
Grutto's Foto Johan Poffers
De zeldzame soorten weidevogels Watersnip, Zomertaling, Slobeend en Wintertaling, komen vrijwel alleen voor in de reservaten, die beheerd worden door natuurorganisaties. In gebieden waar boeren beheerovereenkomsten kunnen afsluiten, geldt dat dichtheden van o.a. de Grutto, de Wulp en de Tureluur gemiddeld hoger zijn dan in gebieden zonder deze overeenkomsten. Beheerovereenkomsten waar boeren een vergoeding krijgen voor het later maaien, vaak in juni, zijn het meest effectief als ze worden gesloten voor grotere aaneengesloten gebieden.