Steeds vaker wordt de otter waargenomen in het Vechtdal. Ook de afgelopen weken komen er verschillende meldingen dat de aanwezigheid van de soort is waargenomen in de omgeving van Varsen/Vilsteren. Vraatsporen van de otter, zoals vissenkoppen en aangevreten vissen, worden geregeld  waargenomen. Maar ook de spraints (uitwerpselen), waarin vaak visschubben zijn te vinden, duiden op de aanwezigheid van de otter. Dat is een goed teken! Het geeft aan dat het leefgebied van de otter verbetert.

 

 Otter (foto: Stowa)

De waterkwaliteit van de Vecht is het afgelopen decennium sterk verbeterd. De otter is een echte zichtjager, daarvoor is helder water erg belangrijk. Ook maakt de otter gebruik van zijn snorharen, die de trillingen van vissen kan waarnemen. De visotter, zoals hij ook wel wordt genoemd, is meestal 's nachts actief. Hij eet vooral vissen, zoals paling, karper, baars en snoek. Maar watervogels, ratten, grote insecten en wormen vormen een welkome aanvulling op zijn menu.
De aanleg van nevengeulen, de komst van wilgenbosschages op de ontsteende en zandige oevers, riet  en ruigte en de aanwezigheid van oude Vechtmeanders die als stilteplekken fungeren, zorgen er voor dat er steeds meer geschikt biotoop beschikbaar komt voor deze beschermde soort. De soort is schuw. Van belang is dus dat geen verstoringen plaatsvinden in zijn leefgebied door bijvoorbeeld de aanleg van wandel- en fietspaden en vissteigers.

De otter was in de jaren tachtig van de vorige eeuw uitgestorven in Nederland. In 2002 is de soort uitgezet in Noordwest Overijssel, in het Nationaal Park De Weerribben. Nu komt hij ook voor in Friesland, Gelderland en sinds kort ook langs de Overijsselse Vecht.

Een bijzondere en nieuwe gast in onze Vecht!