Op donderdag 11 april vergadert de Raad van Ommen over de verkoop van 530 ha. van haar gemeentelijke bos- en natuurbezit. Ommen denkt hiermee eenmalig tussen de 4 en 6 miljoen euro binnen te halen. Een onderzoeksrapport van derden, dat in opdracht van de gemeente is opgesteld, laat zien dat het totale gemeentelijke bosbezit jaarlijks een batig saldo heeft. Niet alleen de verkoop van hout, maar vooral de vele toeristen en recreanten die Ommen bezoeken vanwege het mooie natuurschoon, leveren een grote bijdrage aan de plaatselijke economie. Onze vereniging vindt het dan ook onbegrijpelijk dat Ommen, als groene toeristische gemeente, haar kroonjuwelen in de uitverkoop doet.

 

“Ommen ziet door de bomen het bos niet meer”, “Hoe is het mogelijk dat ons Ommer gemeenschapsbezit in de verkoop wordt gedaan. Het is kortetermijndenken en getuigt van weinig verantwoordelijkheidsgevoel en gemeenschapszin om ons culturele groene erfgoed zo te grabbel te gooien.”

 

Bij verkoop van het gemeentelijke bos- en natuurbezit aan particulieren dreigt de openbare toegankelijkheid verloren te gaan. Het plaatsen van borden “Verboden toegang” of het kappen van percelen bos voor de verkoop is dan immers mogelijk. Er worden onvoldoende harde garanties gegeven dat de Ommenaren en recreanten kunnen blijven genieten van de met veel gemeenschapsgeld aangelegde wandel-, fiets- en ruiterpaden.

“De gemeentelijke overheid heeft de plicht te waken over ons groene Ommer erfgoed. Als grootgrondbezitter van meer dan 500 ha. heeft de Gemeente Ommen de afgelopen decennia bewezen dat te kunnen. Het bos- en natuurbeheer is bij de Gemeente Ommen in goede en veilige handen gebleken. Waarom dan nu opeens overgaan tot verkoop van ons gemeenschappelijke groen? Lokt dan alleen het eenmalige financiële gewin? Waar blijft de Gemeente Ommen als hoeder van ons gemeenschappelijk bos- en natuurbezit? Onze vereniging is verontrust over deze ontwikkeling.