Nederlandse biologen hebben een verband gevonden tussen het gebruik van het “gewasbestrijdingsmiddel” Imidacloprid in de landbouw en de lokale achteruitgang van spreeuw, veldleeuwerik, boerenzwaluw, ringmus en andere insectenetende vogels. Eerder waren er al sterke aanwijzingen dat de neonicotinoïden, waartoe dit middel behoort, een rol spelen in de bijensterfte. 


Imidacloprid is een van de meest gebruikte insecticide in de landbouw. Het wordt gebruikt voor de bestrijding van bladluizen of witte vlieg op o.a. op sierplanten, appelbomen en tomaten.  Zaaizaad wordt vaak preventief behandeld met het middel.  Het middel werkt via opname door zuigende (waaronder bijen en hommels) of bladvretende insecten, die vervolgens weer door insectenetende vogels worden opgegeten. Ook wordt het middel gebruikt ter bestrijding van vlooien bij honden en katten. Op sommige plaatsen waar bloembollenteelt (w.o. lelieteelt), glastuinbouw en bomenteelt plaatsvindt komt het middel in hoge concentraties ook in het oppervlaktewater voor. De mogelijke schade voor de volksgezondheid wordt onderzocht. Geen reden om dit onderzoek af te wachten, maar het middel niet meer gebruiken en per direct te verbieden.