Op grote schaal gebruiken groente- en fruittelers en akkerbouwers bestrijdingsmiddelen uit de groep neonicotoïden, waaronder imidacloprid, om hun gewassen te beschermen tegen insecten. Deze superinsecticiden zijn een krachtig zenuwgif voor insecten en tasten het zenuwstelsel aan. In tegenstelling tot andere insecticiden maken deze middelen de hele plant giftig. Dus ook de nectar en het stuifmeel waarmee de bestuivende insecten hun larven voeden. Massale sterfte is het gevolg. 

Bijen en hommels zijn cruciaal voor de bestuiving van fruit en groente in diezelfde landbouw. Als deze en andere bestuivende insecten wegvallen door het gebruik van de superinsecticide uit de groep neonicotoïden, is het gedaan met de grootschalige voedselproductie. 

Conclusie: Gezien de grote giftigheid en vernietigende werking op onze insecten is een verbod op het gebruik van superinsecticide uit de groep neonicotoïden op zijn plaats. 

Meer info:

Neonicotine breken moeilijk af en blijven langdurig in het milieu. De natuurlijke afbraakproducten van neonicotine zijn bovendien eveneens werkzaam als krachtige insecticiden. Het gebruik van dit middel in onze land- en tuinbouw is onnodig, omdat deze middelen in de meeste gevallen preventief gebruikt worden. Met andere woorden: een plaag of geen plaag, er wordt gespoten.

Er lijkt een verband te bestaan tussen de sterke toename van deze superinsecticiden sinds 2004 en de toenemende sterfte onder insecten, blijkt uit onderzoek van dr. J. P. van der Sluijs/Universiteit Utrecht. Aangetoond is dat bijenvolken bij langdurige blootstelling aan niet dodelijke lage dosis neonicotine vatbaarder worden voor virussen en nosema infecties.  

Conclusie: Gezien de grote giftigheid en vernietigende werking op onze insecten is een verbod op het gebruik van superinsecticide uit de groep neonicotoïden op zijn plaats. 

Bron: dr. J.P. van der Sluijs/bijdrage Ronde Tafel Gewasbescherming Tweede Kamer, november, 2010.